1e Zondag van de Advent:
Jeremia 33, 14-16 Lucas 21, 25-28, 34-36
Het Evangelie van vandaag begint zeer dreigend: ‘Tekenen aan het hemelgewelf aan zon, maan en sterren, dreigende tekens! Op aarde zullen de volken in paniek raken, radeloos door het gebulder van de zee en de golven. De mensen zullen het besterven van schrik en spanning om wat de wereld gaat overkomen’. Het lijkt wel het nieuws van vandaag de dag. Enorme overstromingen, bosbranden die hun weerga niet kennen, een alles verwoestende droogte op veel continenten en dan nog alle verschrikkelijke dingen die mensen elkaar aandoen: terreur en oorlog en tel daarbij een vluchtelingenproblematiek die niet op te lossen lijkt….Menigeen verzucht: ‘In wat voor een wereld leven wij vandaag….??? Verandert er dan nooit iets, leren wij mensen dan helemaal niets uit het verleden en hoe lang gaan wij door de aarde uit te putten en zelfs op sommige plekken te vernietigen? Hebben wij nog toekomst?
Voor ons gelden al die vragen, al die twijfels en al die zorgen. Zo kan het toch niet doorgaan! Jezus constateert dat er in zijn tijd veel onrecht is. Het recht wordt met voeten getreden en krijgt niet zijn goede loop. Groepen mensen worden onderdrukt en krijgen geen kansen. Andere groeperingen noemt Hij schijnheilig. Alom kommer en kwel!
En ook in de tijd van Jeremia was er crisis. In die dagen was het
land verdeeld in een Noordrijk Israël en een Zuidrijk Juda. Het
eens zo welvarende en grote rijk onder Koning David was verdeeld
geraakt en men voerde zelfs oorlog tegen elkaar! Zo had de God van
Israël het nooit bedoeld! Jeremia staat vooral bekend als een
onheilsprofeet: jeremiade, jeremiëren. Hij had het ook niet
gemakkelijk. Hij trad op in de donkerste jaren van de geschiedenis
in Juda. Hij zag met eigen ogen de verwoesting van Jeruzalem en
ondervond aan den lijve de catastrofe van de ballingschap. Toch is
Jeremia geen zwartkijker. Hij verkondigt een boodschap van hoop,
van vertrouwen. Hij schrijft een brief aan de ballingen. Dat zij
de hoop niet opgeven. En hij kondigt een nieuw tijdperk aan. Hij
wil een brug over de crisis heen slaan en spreekt over het
visioen: Er komt een tijd dat IK (God) de belofte vervul die Ik
aan Israël en Juda gedaan heb. Dan schenk Ik David een wettige
afstammeling, die het land rechtvaardig en eerlijk bestuurt. Juda
wordt gered en Jeruzalem is veilig! En de stad zal heten: Heer,
onze gerechtigheid. Er komt nieuwe hoop. Het wordt beter….echt
waar!
En daar zet Jezus ook op in. Hij ziet dat in zijn land, in zijn
tijd, opnieuw ongerechtigheid zegeviert. Sociale misstanden,
onderdrukking, een bezetter, men is bang voor de ondergang van het
land. Het zijn opnieuw hot items. Jezus wil zijn omstanders een
ander toekomstbeeld geven. Een beeld dat niet geënt is op
schijnheiligheid of oneerlijke verdeling. Niet op ongerechtigheid
en onderdrukking. Jezus spreekt over een visioen van redding van
onderdrukten, van hen die trouw zijn gebleven aan God. Zij die
standhouden voor het aangezicht van de Mensenzoon. Jezus spreekt
over een nieuw begin. Net als Jeremia.
En waar is voor ons een nieuw begin? Laten wij ons meeslepen met
al het