1e zondag van de advent:
Jesaja 2,1-5, Matheus 24, 37-44
Het is een van de bekendste profetieën uit de bijbel, Zwaarden worden omgesmeed tot ploegijzers, speren tot sikkels. Letterlijk een ijzersterk visioen. Een visioen dat oproept, uitdaagt, om anders om te gaan met elkaar en met de wereld. Het is boeiend om te zien hoe Jesaja komt tot deze uitspraak. Het is oorlog, de stad Jerusalem ligt in puin. Het is een wereld van ellende en uitzichtloosheid. En dan zegt Jesaja: Laten we optrekken naar de berg van de Heer, naar Sion, om ons te laten onderrichten over de weg van de Heer en zijn paden te bewandelen. Tegen de verdrukking in wordt ons een beeld geschilderd van Pelgrimeren. Ga op naar Sion, stad van vrede en gerechtigheid, een stad waar de huizen schouder aan schouder staan. De puinhopen van een stad in oorlog roepen beelden op van een omgekeerde wereld. Het doet mij denken aan het lied Anthem van Leonard Cohen, waar hij zingt : Luid de klokken, vergeet alle grootdoenerij er zit een barst in alle dingen , juist daardoor komt het licht binnen. ( There is a crack in everything) Het onrecht, de ellende , roepen het omgekeerde op. Een verlangen naar recht. En op de vleugels van het visioen gaan mensen op weg, pelgrimeren en zetten zich in voor vrede en gerechtigheid. Zo worden zwaarden ploegijzers, werktuigen voor een tuin. Je leert de oorlog af en snoeit je wijnstok.
Vandaag begint de advent, een tijd van verlangen, van uitzien naar de geboorte van een kind, We zongen het al: ‘ kom naar ons toe verjaagt de nacht’. Een kind dat licht brengt in de duisternis. Een mens die leefde met het visioen van vrede. Op onze beurt worden wij uitgedaagd om op weg te gaan en ons te laten gezeggen door dat kind en door alles wat hij heeft laten zien en horen.
Matheus wijst ons vandaag op die houding van verwachten. Hij noemt het: Wees waakzaam. Matheus begint zijn aansporing met: ‘ Zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het zijn wanneer de Mensenzoon komt’. Er komt een vloed, maar iedereen gaat door met zijn of haar