1e zondag va de advent:
Jeremia 33,14-16 en Lucas 21,25-28.34-36
De evangelielezing van vandaag, op deze eerste adventszondag, is nogal woest en onstuimig en bovendien angstaanjagend. Wat in onze adventscyclus moet uitlopen op de aanbidding van het kerstkind in de kribbe, begint met de aankondiging van sidderen, met het bulderen van de zee, met angst en beven onder de mensen. Alles wankelt, zelfs de hemelse machten! Pas dan komt de Mensenzoon, kun je je hoofd oprichten en is je verlossing nabij, zo staat er. De dag waarop dit gebeurt, komt onverwacht. Wees daarom waakzaam, en bid, zodat je de Mensenzoon kunt ontvangen.
Deze tekst is niet alleen gelezen als aankondiging van de advent. Hij is ook gelezen als een aankondiging van de wederkomst van Jezus aan het einde der tijden, een gebeuren dat in apocalyptische beelden wordt voorspeld. De achtergrond hiervan wordt gevormd door de gebeurtenissen zo’n 40 jaar na de dood van Jezus. Jeruzalem en de tempel werden toen door de Romeinen verwoest. De samenleving was ontredderd en de joden, maar ook de eerste christenen, ervoeren deze gebeurtenissen als het einde der tijden. Ze konden deze gebeurtenissen niet anders interpreteren dan als de voorbode van de wederkomst van de Mensenzoon, ter inleiding op de komst van het rijk Gods, waarin alles anders zal zijn. Aanvankelijk verwachtten zij deze wederkomst als direct aanstaande. Later werd de verwachting van de komst van de Mensenzoon naar het einde der tijden verschoven, maar nooit uit het oog verloren. Gelovigen zijn blijven uitzien naar de wederkomst en naar de wereldschokkende gebeurtenissen die ermee gepaard gaan. Deze gebeurtenissen boezemen angst in, maar luiden ook een periode van hoop in.
Het lezen van de apocalyptische tekenen van de tijd is intussen niet zonder risico. Hoe vaak leidt het niet tot verzinsels en doemdenken? Denk aan het aantal keren dat door al dan niet godsdienstige groeperingen het einde van de wereld voorspeld is. Denk aan alle mogelijke complottheorieën van mensen die zeggen dat de huidige pandemie een verzinsel is van mensen die ons van onze vrijheid willen beroven en een dictatuur willen vestigen en onze ondergang voorbereiden. Eindtijdspaniek kan ons dan overvallen.
Maar we worden ook geconfronteerd met reële gevaren. Het gaat helemaal niet goed met de aarde en het klimaat. De alarmerende berichten daaromtrent geven te denken en vragen onze aandacht, ja om ons acuut handelen. De vraag is: hoe verhouden we ons tot dit alles, wat moeten en kunnen wij doen? Deze situatie kan ons eindtijdelijke schrik inboezemen en dat is heel begrijpelijk.
De vraag bij dit alles is of eindtijdelijke angst wel een goede
raadgever is. Zijn ze wel de goede voedingsbodem voor de
verwachting van iets nieuws, van een blijde uitkomst of een nieuw
begin? Kunnen we ze echt ervaren als het voorlaatste stadium, als
de aankondiging van het rijk Gods, als de komst van de Messias?
Dit is de vraag naar onze houding, onze blik, naar onze koers en
onze keuzen.