3de zondag door het jaar:
Jesaja 8,23-9,3; Matheus 4,12-17
Na de geboorteverhalen en de doop van Jezus in de Jordaan, horen we vandaag de opmaat van het Matheus evangelie. Het begin van de verkondiging: Het koninkrijk van God is nabij. Johannes is gevangen genomen en Jezus gaat naar Galilea het gebied van de Heidenen. Was het een vlucht? Zocht hij een veilige plek, een plaats waar je makkelijk weg kon duiken? Juist in dat gebied, niet in Jerusalem maar in het gebied van de ongelovigen, het land van duisternis begint Jezus zijn verkondiging.
In het buitengebied. Het land van duisternis. Jesaja spreekt van een Juk dat drukte, de stok op de schouder, de zweep van de drijver, kortom een beeld van onderdrukking, Ongetwijfeld roept duisternis ook bij ons situaties op van pijn en ellende, van chaos, van geen richting weten. Wie van ons kent niet momenten dat je het spoor bijster bent, wanneer je getroffen wordt door ziekte, door dood. Als je leven in eens heel anders loopt dan je verwacht had. Als je het vertrouwde achter moet laten en telkens opnieuw moet inleveren. Of wanneer we telkens maar opgejaagd worden en moe worden van wat er allemaal moet. En wie maakt zich geen zorgen over de samenleving over oorlog, vluchtelingen, armoede, over het milieu. En ja ook in de kerk kennen we duisternis. We stellen ons vragen over de toekomst, hoe moet het verder en hoe staat het met mijn eigen beleving? wat moet/kan ik nog geloven ? Het klinkt nog al pessimistisch en als ik zo door ga praat ik u nog angst en ellende aan.
Vorige week overleed Jean Delumeau een vermaard Franse hoogleraar in Geschiedenis. Hij heeft veel geschreven over de kerk en de geschiedenis van het christendom. Een van zijn thema’s was, pastoraat van de angst. De kerk hield ons allerlei schrikbarende dingen voor van zonde, hel en verdoemenis en de remedie was dan naar de kerk gaan, de mis bijwonen, biechten etc, Met andere woorden er werd ons angst aangepraat om vervolgens bevrijding aan te bieden in de kerk. Angst werd een middel om mensen sterker aan de leer , de moraal en de kerkelijke praktijk te binden. Onze ouders en misschien ook wij zelf hebben dit aan de lijve ondervonden. De kerk was als instituut een machtsfactor van belang in de samenleving en ook in het leven van de afzonderlijke gelovige. Deze invloed is in onze dagen beduidend minder en ik denk dat we daar blij mee mogen zijn, want we hebben het dan over macht, en hierover zegt Jezus zelf : ‘ mijn macht is niet van deze wereld’.
De boodschap van vandaag is anders: Zij die leven in schaduw van dood