PREKEN VAN DE DOMINICAANSE GEMEENSCHAP HUISSEN:  door het jaar 2023-1

Drie-eenheid:
Exodus 34,4-9 ; Daniel 3, 52-56; Johannes 3,16-18

Toen ik van de week mijn bijbel opensloeg, viel het mij op dat ik er allerlei kaartjes, teksten, en foto’s in heb liggen, als een soort boekenleggers, Ik moest ook denken aan het missaal van vroeger waar allerlei prentjes lagen vaak van dierbare overledenen, je patroonheilige, van de eerste communie of van de paus. Kleine blaadjes met een waardevolle tekst of afbeelding. De dichter Wilmink heeft ooit een gedicht geschreven met als titel Vader. Hij beschrijft hoe zijn vader een boek gekocht heeft en in het boek uitroeptekens gezet heeft en zinnen onderstreept heeft, en dan zeg hij :

Bij tijd en wijle herlees ik die
zeer summiere biografie
in een code van strepen en stippen
steeg het water hem naar de lippen.

Onderstrepingen, kaartjes, prentjes ze vertellen iets over wie je bent, je geschiedenis, wat je belangrijk of mooi vindt. Het is een vorm van toewijding , van eerbied, van devotie zoals je dat ook kunt hebben met beeldjes, medailles, Iconen. Dit alles komt bij mij boven als ik vandaag hoor dat Mozes met twee ‘lege’ stenen platen de berg opgaat om opnieuw de tien woorden op te schrijven. Wat is er gebeurd? Het volk van Israël is onderweg in de woestijn, het is ontevreden, opstandig en heeft een Gouden kalf gemaakt. Als Mozes de berg afkomt met de tien geboden, ziet hij het volk dansen om het kalf. Hij wordt laaiend kwaad en smijt de platen stuk. En dan volgt er een hoofdstuk waarin Mozes, net als bij het brandende braambos, in gesprek is met de Levende. Ook hier vraagt hij: Wat moet ik met dit volk en met U? Wie bent u, laat u zien. Maar de Levende antwoordt: Ik ben barmhartig voor wie ik barmhartig wil zijn. Je zult mij Van achteren zien, niemand zal mijn gezicht zien

En dan wordt Mozes uitgenodigd om opnieuw de berg op te gaan met twee nieuwe stenen platen. Hij ontmoet de Heer. Letterlijk de Heer komt op zijn weg. Opvallend is dat God zelf degene is die tot driemaal toe roept: de Heer, de Heer, de Heer. Het is of er een heraut de komst van de Levende aankondigt. En dan worden er eigenschappen, woorden gegeven van God, de Heer. God is liefdevol, genadig ,geduldig, trouw en waarachtig. Het zou een tekst op een herinneringskaartje kunnen zijn of op de stenen tafelen. God maakt zich bekend, aan de hand van kenmerken, aan de daden zal

 

4 juni 2023, Jos Oostrik

men hem herkennen. Van achteren is hij te zien. Het zijn kwaliteiten, maar hij is meer, met andere woorden God is niet grijpbaar.

Met deze ogen mogen we ook kijken naar de uitspraak van Johannes welke we vandaag horen: Zo zeer heeft hij de wereld lief dat hij zijn eniggeboren zoon heeft gezonden. Opnieuw ligt het initiatief bij God, de Levende. Het meest verwante, het meest dierbare, zijn zoon stuurt hij naar de aarde. Misschien mogen we het wel zien als de kern van zijn evangelie. Een God die de wereld en ons mensen liefheeft. Die naar ons toekomt en zich met ons in laat. Een God die mens wordt. Meister Ekchart zegt hierover: God is mens geworden omdat de mens God kan worden

In Jezus is God onder ons gekomen, heeft ons een weg gewezen. Een wijze van leven die gekenmerkt wordt door liefde, geduld, trouw en waarachtigheid. Hij is ons voorgegaan op die weg. Het is niet altijd een makkelijke gebaande weg. Oorlog, armoede, vluchtelingen, het klimaat het zijn grote vragen waar wij voorstaan, maar vergeten we onze kleine onenigheden en ruzies niet. En natuurlijk zijn er ook mooie momenten van geluk en warmte. Op deze, onze weg, in heel dit gebeuren dat we leven noemen, God met ons mee laten gaan als bondgenoot , vriend en naaste. Wij worden uitgenodigd om in deze Geest onze weg te gaan. Op onze beurt zowel afzonderlijk maar ook als gemeenschap, geduld, trouw en waarachtigheid te laten zien, mensen van liefde te zijn. En op die weg zijn we niet alleen, hij gaat met ons mee. Niet alleen in Jezus, zijn zoon, maar juist ook in de Geest. Ook de Geest kunnen we niet in het gezicht zien, maar zij is wel herkenbaar aan de kenmerken, de zeven gaven van de Geest, De Geest van Wijsheid en inzicht , van kracht en verstandig beleid . de geest van Kennis en eerbied voor de Heer. Iemand die eerbied ademt voor de Heer ( Jesaja 11,2)

Terug naar het verhaal van Mozes. Hij gaat de berg op en op de berg, in de wolk ontmoet hij God. Hij gaat op zijn knieën en bidt: trek met uw volk mee ook al is het onhandelbaar. Met andere woorden, ook al maken we er als mensen soms een puinhoop van, ga met ons jouw weg. Het is een uitnodiging, een heenwijzen om ook door de knieën te gaan en ons in te laten met de Eeuwige, de levende, Vader zoon en Geest. Laat het in ieder van ons zingen: Kom in mij win ontwapen mij zie mij doe mij aan. En ga met mij waar niemand met mij gaat.Naar boven

Sacramentsdag: Deut. 8, 2-9; Joh. 6, 51-58

In het Bijbelboek Deuteronomium staat het volk op de grens van Kanaän, het beloofde land. Hier houdt Mozes een aantal redevoeringen waarin hij terugblikt op de woestijntocht en het volk voorhoudt trouw te blijven aan de Eeuwige. En we hoorden het: blijf denken en vooral gedenken wat u allemaal meegemaakt hebt. U werd op de proef gesteld, honger en dorst waren uw deel maar de Levende heeft u hierin voorzien: besef dat God u heeft opgevoed zoals een ouder zijn eigen kind opvoedt. En u komt in een heerlijk land met bronnen en stromen, vol graan en vruchten en het hoeft u aan niets te ontbreken. Een waarlijk visioen. Gedenken – wat je meemaakt, in verdriet en in dankbaarheid - oude rituelen opnieuw vorm geven. Iedere keer opnieuw de kracht van het verleden laten spreken.

U heeft het ongetwijfeld gemerkt op weg hier naar toe. In Huissen wordt vandaag de Umdracht gehouden, een eeuwenoude processie met de monstrans onder het baldakijn. In mijn werkzame periode hier hebben wij in 2015 geprobeerd de kinderen erbij te betrekken met een kleurplaat en een kleurwedstrijd. Onze bekende Cor Melchers heeft toen deze kleurplaat én dit schilderijtje verzorgd. Om kinderen duidelijk te maken wat we met een sacramentsprocessie vieren, werd het volgende verhaal verteld:

Een paar jaar geleden was er een oude bakker die af en toe zijn zoon hielp in de bakkerij. En op een dag werd opnieuw zijn hulp ingeroepen. Hij vond dat heerlijk om dan weer oude bekenden te zien en een praatje te maken. Die ochtend kwam Chris, de buurman, de winkel binnen en vroeg om brood. ‘Je ziet er slecht uit, man’, zei de oude bakker. ‘Is er wat?’ ‘Ja’, zei Chris, ‘gisteren is mijn dochtertje uit de schommel gevallen, zij ligt in het ziekenhuis en we maken ons erg ongerust’. De oude bakker pakte een stuk brood van de toonbank, brak er wat van af en gaf het aan Chris terwijl hij zei: ‘wij eten samen dit brood en denken aan jouw dochtertje en hopen dat zij snel beter wordt’. Je kon zien aan Chris dat dit medeleven hem goed deed.

In dit eenvoudige verhaal gaat het om – je zorgen delen, denken aan verdriet en meeleven met een ander. En dat krijgt vorm in het breken van het brood. Een klein gebaar met een hele grote betekenis.

Hoofdstuk zes van het Evangelie van Johannes begint met het overbekende verhaal van de broodvermenigvuldiging. U kent het wel, een grote menigte bij Jezus, iedereen wil graag wat te eten hebben en er is maar één jongentje met vijf broden en twee vissen. Toch krijgt iedereen te eten. Het hele hoofdstuk zes gaat over brood, brood uit de hemel, het levende brood. De perikoop die wij vandaag horen is het laatste gedeelte van de ‘broodrede’, een lang gesprek van Jezus met het volk en Johannes plaatst dit allemaal bij elkaar.

In het eerste deel van die redevoering betekent het brood, in de lijn van het Oude Testament, het woord van God. Jezus is het levende brood dat uit de hemel neerdaalt, het mens-

 

11 juni 2023, Ineke van Cuijk OP

geworden woord van God. ‘Het brood eten’ betekent dan dit woord gelovig aanvaarden en wie dat doet, krijgt eeuwig leven. Maar het krijgt nu ook een nieuwe betekenis: het wordt ‘het vlees van Jezus eten en zijn bloed drinken’ als daad van geloof. In geloof aanvaarden dat Gods woord in Jezus helemaal mens is geworden.

En al dienen we deze woorden ‘gelovig’ te verstaan het kan soms ook blijven steken in onbegrijpelijke en onmogelijke uitspraken. De reactie van de aanwezige Joden is dan ook te begrijpen: ‘Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?’

In het Evangelie van Johannes is het vaak de kunst te begrijpen wat er achter/onder de woorden staat. Wanneer Jezus hier het woord vlees gebruikt, lijkt dat aan te sluiten bij het bijbels spreken waar vlees staat voor het hele aardse bestaan. Vlees is dat wat je bent met huid en haar maar ook met hart en verstand. Het gaat over het concrete lichaam. Dat is Jezus’ inzet: je hele leven geven voor de mensen, met huid en haar, met hart en verstand. Jezus doet niet voor minder: dat is zijn levens- programma!!
Eucharistie vieren is respectvol en dankbaar terugdenken aan Jezus’ inzet voor mensen ten einde toe. En behalve het herdenken van wat er ooit gebeurde, is er ook de actuele gemeenschap met Hem die ons aan zijn tafel uitnodigt. Om keer op keer Hem te gedenken en ons bewust te zijn hoe wij met anderen het brood kunnen delen.

De teksten van Johannes zijn niet eenvoudig. En soms blijft er ook wat haperen, en soms moet je worstelen met teksten. Daarnaast voeren ze ons een geheim binnen, het heilig geheim van de aanwezigheid van Christus in vlees en bloed.

In het boekje IK GELOOF DAT IK GELOOF van de Italiaanse filosoof Gianni Vattimo benoemt hij de confrontatie met de dood als een herleving van zijn geloof. Als Italiaans jongetje opgevoed in de katholieke traditie, er van weggeraakt maar bij verlies van geliefden op oudere leeftijd heel erg geraakt wordt door het IN PARADISUM. Zijn hele filosofische betoog houd ik hier buiten beschouwing maar een conclusie is DE TRADITIE moet er wel voor blijven zorgen dat dit In Paradisum gezongen blijft.

Aan ons de taak al deze oude teksten, verhalen, liederen, rituelen en gebruiken in stand te houden. Zoals de Huissense Umdracht moet blijven, zoals wij hier wekelijks eucharistie blijven vieren al is het maar in kleine groepen, om elkaar te herinneren aan onze oorsprong. Zoals Mozes het volk oproept te blijven gedenken! Ervaringen, situaties, gebeurtenissen en personen.

Aan ons de opdracht de tafel van brood en wijn – de tafel van allen – de tafel der armen keer op keer te dekken zodat wij brood van genade worden, wijn van eeuwig leven om zo gerechtigheid te betrachten.Naar boven

11e zondag door het jaar:
Exodus 19,2-6a | Psalm 100 | Matteüs 9,36 – 10,8

Ga op weg en verkondig: het koninkrijk van de hemel is nabij. Er gebeurt heel veel. Jezus ziet een mensenmenigte. Hij vindt ze er moe uitzien. En Hij zegt dan: ‘Ach ja, het zijn er ook zo veel, de oogst is groot, maar er zijn er maar weinig die voor hen kunnen zorgen.’ Want die oogst, daarover horen we in de eerste lezing: dat zijn wij. God zegt: ‘Ik heb je gedragen’. Dit mag je verstaan zoals een moeder een kind draagt, voor het geboren is. ‘Zeg tegen de mensen: “Je bent een kostbaar bezit van mij. Een koninkrijk van priesters zullen jullie zijn.”’

Dan worden de twaalf bij elkaar geroepen, en zij zijn als het ware de eerste priesters. En wij mogen onszelf herkennen in hen. In het woord ‘priester’ verstaan we misschien nog de pastoor van vroeger, de gewijde mens, met bijzondere taken in de katholieke kerk. Maar van oorsprong betekent het woord priester: oud, de oudste, een ouderling. Een wijze die voor de oogst zorgt; voor ons. En dat kan iedereen zijn. Hier zijn het Jezus’ vrienden van het eerste uur. Twaalf gewone mannen. Vissers zijn het – en ze geloven in deze hippie, deze Jezus, die zegt dat Hij de zoon van God is. Hun namen worden genoemd. En onze namen hadden daartussen kunnen staan. Ook wij worden op pad gestuurd met de volgende instructie: ‘Sla niet de weg naar de heidenen in en bezoek geen Samaritaanse stad. Ga liever op zoek naar de verloren schapen van het volk van Israel.’

Hoe verstaan we dat? Er staat niet dat we de heidenen moeten doodslaan. Of dat we Samaritanen moeten haten. Er staat alleen maar: ga er niet naar toe. Met andere woorden: richt je aandacht niet op wat niet van God is. Blijf met je aandacht alleen bij God, bij wat Hij in je leven brengt. Laat de rest voor wat het is. Niet uit achteloosheid, maar uit een verlangen naar focus, gerichtheid. Want je hart is op de plek waar je je aandacht legt. Dus als je aandacht bij God is, is je hart bij God. En als je daar vol van bent, dan komt de rest vanzelf. Dan stroomt Gods liefde, door jou heen, ook naar de mensen die de liefde kwijt zijn. De mensen om je heen, je naasten, de mensen die je nodig hebben omdat ze de liefde van God nodig hebben, maar haar niet meer kunnen vinden. De mensen die er ziek van zijn geworden. Die zich dood voelen. Die aan kwalen lijden of boos zijn, en bang, of verdrietig. Dat is niet alleen iets van deze tijd, dat is van alle tijden. In ieder leven is pijn, angst of verdriet, groot of klein. Zoek ze op, zegt dit verhaal, zoek de mensen die God kwijt zijn op. Zeg ze hoe nabij Hij is. Wie vol is van dat besef, vol van de vreugde daarover, wordt als vanzelf voor anderen een heilzame aanwezigheid.

Vandaag worden we uitgenodigd om op die manier te leven.

Maar hoe doe je dat? Een begin van een antwoord ligt in het laatste woord van het evangelie van vandaag. Dat was: geven. In het geven kan de christen herkend worden. Die geeft weg, deelt uit. De vreugde van een leven in verbinding met God, deelt zich als vanzelf uit. Uitdelen van wat je ontvangen hebt, dat doe je gewoon. Jezelf in dienst van de liefde stellen. Laten we dat eens concreet maken, want het is dichterbij dan we denken.

Neem nu dit moment, deze kapel, en wij zoals we hier bij elkaar zijn. Er zijn zoveel mensen die hier vandaag aan het uitdelen zijn. Zonder dat er een woord aan vuil wordt gemaakt. Zonder dat ze er voor betaald worden. Soms zelfs zonder dat er iemand op het idee komt om dankjewel te zeggen. En toch geven ze. Neem bijvoorbeeld de koster van vandaag. Wie van u heeft er al aan de koster gedacht? Hij zit

 

18 juni 2023, Maria van Mierlo

er wel. Hij heeft gezorgd dat alles klaar staat. Iemand heeft de lampen in de kapel aangedaan vanmorgen, er was hier al vroeg, ver voor iedereen er was, leven in deze ruimte. Er is iemand die elke week voor verse bloemen zorgt. Iemand die habijten wast en strijkt. Iemand die de liederen in mappen vouwt. De vloer van deze kapel wordt wel eens gestofzuigd. Moet je je even voorstellen, hoe lang dat duurt, voordat je van links naar rechts bent. Er zijn twee dominicanen, die met hun hele leven instaan voor God en daarvan een leven lang uitdeelden aan iedereen die het maar horen wilde. Dat is geven. Dat is een gevend leven. En er is het koor. Er staan hier tientallen mensen te zingen, en die sturen na afloop geen factuur. Ze zingen omdat ze in God geloven, en omdat ze zingen fijn vinden en al zingend durven te gaan staan voor hun geloof. En straks is er iemand die hier na afloop alles weer opruimt en die de lichten weer uitdoet. En zo kan deze hele viering alleen plaatsvinden dankzij tientallen mensen die hier aan het geven zijn, aan het uitdelen. Onopvallend, onnadrukkelijk, maar zo intens dichtbij. Het nabije koninkrijk is dat, van mensen die samen onderweg zijn.

Maar ook als je hier als bezoeker, als kerkganger aanwezig bent, ben je deel van het geheel. Een onmisbaar deel zelfs. Want door hier te zijn, geef je op jouw manier iets aan het geheel, omdat er ontvangers nodig zijn waar gegeven wordt. Als je op een verjaardag met een geschenk in je handen staat en niemand neemt het aan, dan kun je het niet geven. Er is iemand nodig die ontvangt.

In het boeddhisme krijgt de monnik zijn voedsel van het volk. Hij loopt met zijn nap over straat, de mensen geven hem eten. Wij zien dat met onze westerse ogen als bedelen. Maar dat is het niet. Door eten aan te nemen op straat, stelt de monnik de mensen in staat tot offeren. Offeren hoort bij de traditie, men geeft uit respect. De monnik die bereid is zichzelf zo arm te maken dat hij zijn hand op moet houden, biedt die vrouw in dat huisje daar de gelegenheid om hem een kom rijst te geven. Beiden geven en ontvangen dus tegelijkertijd. Zij krijgt van hem een kans om te offeren en geeft hem een kom rijst. Hij krijgt van haar een kom rijst en geeft haar de gelegenheid tot offeren.

En zo is het ook hier, vandaag. We hebben het nauwelijks nog in de gaten maar het is mooi om er eens bij stil te staan hoe geven en ontvangen tijdens een eucharistievering met elkaar in balans zijn. En als we dat geven en ontvangen zomaar doen, voor niets, dan kan God er zijn. En Hij zal er zijn. In ons midden. En dan zal iedereen die zich ziek voelt, zich gesterkt voelen. En dan zal in ons midden degene die zich als dood voelt omdat hij zo ongelukkig is, weer iets van leven ervaren. En dan gaat het bloed sneller stromen van de mens die aan kwalen lijdt. En dan verdwijnt er iets van het gepieker, van boosheid, en waaien de demonen weg. Omdat ineens het licht van de liefde mag vallen op onze menselijkheid. En dat gebeurt allemaal zomaar, om niet, als er zoveel mensen van goede wil bij elkaar zijn.

Laten wij zo geven en ontvangen, ontvangen en geven, met opgetogen hart, en bereid blijven om de vreugde daarover ook weer haar eigen weg te laten gaan, haar door te geven in alle zachtheid, aan ieder die het horen wil, straks bij de koffie, straks thuis, morgen, overmorgen en tot aan onze laatste dag.

Maria begeleidt in Klooster Huissen retraites gebaseerd op benedictijnse/- cisterciënzer spiritualiteit www.kloosterhuissen.nl | www.hebhethart.nu

Naar boven

12e zondag door het jaar:
Jeremia 20,10-13; Matteüs 10, 26-33

In een van de Psalmen wordt beschreven hoe de tempel als woonplaats van God door niet gelovigen geschonden en verwoest wordt en dan horen wij de klacht van het volk ‘er is geen profeet meer’. Het doet me denken aan de uitspraak dat wanneer er geen profeten meer zijn het volk doelloos ronddwaalt.

Wij hebben profeten nodig, tot op vandaag. En dan bedoel ik niet de goedkope opvatting dat zij de weg weten naar de toekomst, maar dat er mensen moeten zijn die ons blijven herinneren aan het leven van de mens zoals dat van meet af aan bedoeld is, zowel in zijn particuliere verschijningsvorm als in die van een gemeenschap. Daarom horen wij in alle verhalen over het volk Israël dat er profeten optreden die blijven oproepen en uitspreken waar het om begonnen is
.
Dat wordt ons ook verteld van de profeet Jeremia, een man van een grote bevlogenheid en bezieling die door zijn omgeving als een ramp, als een “ontzetting” werd gezien en door hen onder enorme bedreiging stond. Het is nu eenmaal het lot van een profeet, zeggen wij dan, want mensen die ons telkens opnieuw durven wijzen op waar het om begonnen is in ons persoonlijke leven en in dat van de samenleving, zijn lastig en roepen irritatie op. Het liefst houden wij die buiten de deur, maken wij ze monddood want zij verstoren de rust en de vanzelfsprekendheden van ons leven!

Voorbeelden overal in onze wereld en in de geschiedenis liggen voor het oprapen. Ook Jezus weet het als hij in zijn leerlingen zegt dat een leerling niet boven zijn heer staat en eenzelfde lot kan wachten. Nu kun je daar verschillend op reageren. Je kunt zeggen: zorg maar dat je niet in die

 

25 juni 2023, Henk Jongerius OP

positie komt en een man als Jeremia beklaagt zich dan ook op die manier als hij in het vervolg de dag vervloekt dat hij geboren is. Maar dan steek je je kop in het zand! Je kunt ook zeggen die woorden zijn niet tot mij maar tot anderen gericht. Die opdracht tot verkondiging geeft Jezus enkel en alleen aan de twaalf leerlingen. De kerkleiders moeten zich dan de waarschuwing van Jezus aantrekken! Maar zo is het niet.

Die woorden kunnen niet alleen gelden voor de leiders van de kerk of de mensen die een uitdrukkelijke opdracht tot verkondiging hebben ontvangen. Voor ieder van ons geldt dat wij op de plaats waar wij wonen, werken en leven mensen moeten zijn die hun ogen niet sluiten voor wat er rondom hen gebeurt en hun mond niet houden als het gaat om recht en onrecht.

Mensen die Jezus’ leerling zijn, zullen zijn woorden bewaren en in hun hart dragen en opkomen voor het goede recht van anderen. Wij moeten bevrijdende mensen zijn die iets van Gods koninkrijk waarmaken. Wat wil dat anders zeggen dan dat niet wij het uitein-delijke woord hebben over onze wereld, over elkaar, maar dat de wereld ons gegeven is opdat wij er met elkaar in eerbied en respect zouden leven.

Wij zullen bij elkaar levend houden dat vrij en gelukkig leven en samenleven niet alleen voor ons persoonlijk geldt maar voor ons allen samen. Dat alles kun je en durf je alleen onbevreesd te doen als je diep in je hart het besef in je draagt dat er een God is die ons kent en doorziet, die ons kracht geeft: de haren op uw hoofd zijn geteld, zegt Jezus. Dat geve ons de vrijmoedigheid om op te komen voor wat mensen recht doet en verbindt met elkaar en zo het kwaad en het onrecht beschamen: zo worden wij verkondigers van een wereld waarin plaats is voor velen en zal God onze kracht en ons behoud zijn
Naar boven

13e Zondag door het jaar:
2 Koningen 4, 8-11. 14-16a; Matteus 10,37-42

Profeet zijn is een lastige klus. Je wordt niet overal enthousiast ontvangen. Vaak wordt je niet begrepen, je krijgt ongetwijfeld tegenstanders en wie zijn de ‘echte’ profeten?? Deze vragen en veronderstellingen leven door alle tijden heen. Veel profeten uit het Oude Testament hebben een eigen boek: Jesaja, Jeremia, Amos maar de twee grote profeten Elia en Elisa hebben dat niet. Hun verhalen zijn ondergebracht in de Bijbelboeken Koningen. Deze boeken vertellen de geschiedenis van het Koningschap in Israël vanaf de laatste dagen van Koning David. Het gaat dus om de koningen maar omdat de meeste koningen niet doen wat de Eeuwige behaagt, nemen in deze geschiedenissen de profeten een belangrijke plaats in. ‘Een man Gods’ is onontbeerlijk. In het 1e boek Koningen speelt Elia een grote rol. Aan het begin van het 2e boek wordt Elia voor het oog van Elisa ‘in een wagen van vuur met paarden van vuur in een stormwind ten hemel opgenomen’. (2 Kon. 2,11 e.v.) Elisa nam de mantel van Elia en de leden van het profetengilde constateren ‘De geest van Elia rust op Elisa’.

Elisa is in de voetsporen getreden van zijn voorganger in een periode waarin de Baälverering toptijden beleeft. Ook het koningshuis is verdorven. Elisa is nauw betrokken bij de ontwikkelingen aan het hof waar koningen elkaar uitmoorden en doen wat slecht is in de ogen van de Eeuwige. Maar dwars door dood en verderf heen klinkt het geluid en het werk van de profeet Elisa. Hij heeft verschillende ontmoetingen met de vrouw uit Sunem. Verderop in het boek blijkt dat haar kind sterft en door Elisa ten leven wordt gewekt en deze gebeurtenis wordt door de knecht Gechazi gebruikt om de koning te overtuigen dat Elisa een ware man Gods is – zijn woord is betrouwbaar (hoofdstuk 8). Elisa trekt door het land en legt getuigenis af van de goede en grote daden van de Eeuwige tegen de keer in.

In het Evangelie horen wij vandaag een gedeelte uit de zogeheten zendingsrede, de tweede toespraak van Jezus in het Matteüs Evangelie. Hoofdstuk 10 begint met de zending van de twaalf leerlingen die hier apostelen worden genoemd (uitgezondenen). Zij worden twee aan twee op pad gestuurd. En in die zendingsrede benadrukt Jezus waar het om gaat. De trouw aan Jezus (niet zijn persoon maar dat waar Hij voor staat) gaat boven de liefde voor ouders en kinderen. Wie Jezus wil volgen, zal zijn kruis op moeten nemen. Het wordt de kernhouding van navolging. Die keuze doet zich voor in het leven van iedere dag, in de omgang van ouders en kinderen, het kiezen voor jezelf of een ander, de confrontatie met het lijden. Iedere keer opnieuw kun jij de keuze maken te leven in de lijn van Jezus, de Christus. De handelswijze van Elisa en Jezus mogen ons inspireren die weg te gaan.
Vandaag de dag horen wij vele profeten: mensen die ons waarschuwen dat

 

2 juli 2023, Ineke van Cuijk OP

 we zo niet langer met onze aarde om kunnen gaan – noemen wij ze ‘klimaatdrammers’ of willen we proberen zo goed mogelijk om te gaan met mens en dier en aarde (schepping). Hoe duiden wij analyses rondom de toestand in Rusland en Oekraïne? Zijn het doemdenkers of proberen zij en wij op een verantwoorde wijze de informatie tot ons te nemen zonder daar meteen allerlei oordelen over te hebben. Hoe verhoud je je in al deze ingewikkelde situaties?

De welgestelde vrouw in Sunem (zij blijft naamloos) biedt Elisa gastvrijheid aan. Blijkbaar is de band die ontstaat met de profeet zo belangrijk dat zij aanbiedt op het dak van hun huis een apart kamertje te laten bouwen. Zij meubileert dit vertrek met een bed om te rusten, een tafel, een stoel en een lamp zodat de profeet daar kan lezen en schrijven en slapen. Zo laat zij zien wat gastvrijheid is. Zij legt geen beslag op deze man, hij kan komen en gaan wanneer hij wil en zij verzorgt het eten en drinken. Gastvrijheid zonder de verwachting dat er iets tegenover staat. En zij geeft zelf aan waarom zij dit doet: ‘ik heb gemerkt dat hij die altijd bij ons aan huis komt, een heilige man Gods is’. Zij ervaart iets van God in deze man en laat dit toe in haar leven. Zij staat open voor het goddelijke. Zij doet dit pretentieloos. Zij zal in haar leven merken dat het contact met Elisa haar op verschillende manieren laat leven – laat opstaan. Als haar zoon later overlijdt, zal de profeet haar opnieuw ‘leven schenken’ want een leven zonder kinderen in die tijd betekende dat je geen toekomst hebt.

Elisa trekt door het land en verricht meerdere genezingen (het verhaal van de legeroverste Naäman 2 Kon. 5 e.v.). Net als de leerlingen werkt hij genezend, schenkt op vele wijzen nieuw leven wijst hij op de Eeuwige zoals de leerlingen verwijzen Jezus en zijn Koninkrijk van God.

Het volgen van Jezus vraagt veel – totale inzet en pretentieloos. Het is niet zo dat je niet van je ouders of van je kinderen mag houden. Dat staat er niet. Wat er wel staat is dat je er op voorbereid moet zijn dat er soms keuzes gemaakt moeten worden. Vanaf het moment dat je je verbonden hebt met het tot stand komen van het Koninkrijk is dat niet vrijblijvend meer. De keuze daarvoor gaat boven alles. En dat kan betekenen dat je ‘nee’ moet zeggen tegen je naasten. Als jij vindt dat je een bepaalde taak op je moet nemen dan kan dat consequenties hebben voor anderen. Dat is niet altijd gemakkelijk.
Ons leven speelt zich af in een tijd van vloek en een tijd van zegen. Vallen en opstaan, wanhoop en moed. Maar met het zicht op het Koninkrijk – in de verhalen van O.T. en N.T. krijgen wij tijd van leven om met velen brood en ademtocht te delen.
Wie niet geeft om zelfbehoud, leven vindt hij/zij honderdvoud.
Naar boven

14e zondag door het jaar:
Zacharia 9,9-12; Mattheus 11,25-30

De ezel waarover de profeet Zacharia spreekt, waarop voor het volk Israël de koning gezeten is, is dezelfde als die wij aantreffen in het bij de intocht van Jezus in Jeruzalem! Beide keren gaat het om een pijnlijke confrontatie met allen die zich machthebbers noemen. Bij Zacharia zijn dat de vorsten die Jeruzalem ten gronde willen richten en in het verhaal van de intocht van Jezus in de stad zijn het de overheden van de tempel en de Schriftgeleerden! In onze dagen zien wij dat de paus van Rome woont in een eenvoudige woning en een Renault 4 krijgt om er zich mee te verplaatsen!

Koningen, grootheden en hooggeplaatsten zitten te paard of tronen hoog boven mensen uit maar Franciscus wil net als Jezus iets anders laten zien.

De ezel is een lastdier dat in staat is in grote lijdzaamheid hele vrachten te vervoeren en wanneer Jezus op zo’n lastdier gaat zitten geeft hij ons te kennen dat de ware koning geen heerser maar een knecht is, iemand die zich in dienst stelt van mensen, hun lasten wil dragen, niet boven hen uit troont maar met hen samen de weg gaat! Jezus keert de rollen om: de ware koning is een knecht, zoals ook de bisschop[ van Rome ons laat zien dat hij werkelijk ‘papa’ wil zijn, een vader voor anderen.

Dit alles, horen wij Jezus zeggen, is verborgen voor wijzen en ver-standigen, maar het wordt openbaar aan kleine mensen. In eenvoudige mensen die ‘nederig van hart zijn’ wordt het geheim van waarachtig leven kenbaar gemaakt. Nederig wil zeggen dat het mensen zijn die leven in het besef dat zij van aarde en stof zijn, kwetsbaar en broos. Dat zijn geen mensen die willen heersen over anderen en daaraan hun gevoel van eigenwaarde ontlenen, maar mensen die zoals Jezus, weten dat zij in God 

 

9 juli 2023, Henk Jongerius OP

geworteld zijn, dat zij ‘weet hebben van God’ omdat zij het juk van Jezus op zich nemen en bij Hem in de leer gaan. Dat juk, waardoor mensen rechtop en in evenwicht lopen is het woord van de Wet, van de Thora, heel dat getuigenis over de mens op aarde zoals wij dat horen klinken in de verhalen, gezangen en profetieën van de Bijbel!

Mensen die naar die woorden luisteren zullen uit dorheid en duis-ternis opgericht worden als zij zich wenden tot Hem die ons uitnodigt tot Hem te komen en rust te vinden voor hun ziel.

Zij zullen leven als mensen die beseffen dat zij alleen samen met anderen de wereld bewoonbaar kunnen maken op de plek waar zij wonen en werken, niet als heersers maar als mensen die elkaar die-nen en tot hulp zijn.

Het is die houding van eerlijke dienstbaarheid waarin mensen elkaar vragen wat zij voor elkaar kunnen doen in plaats van weten wat een ander precies nodig heeft, die machthebbers uiteindelijk zal beschamen en tot het besef brengen dat zij samen met anderen dezelfde lucht inademen en ten diepste de genegenheid van anderen nodig hebben om zinvol en gelukkig met elkaar te kunnen leven.

Moge het ons gegeven worden om de zogenaamde wijsheid van de wereld af te schudden en het juk van de liefde op te nemen, om de echte wijsheid te leren waardoor ons leven rijk en gelukkig wordt.

Zo mogen wij leven in de vrijheid van de kinderen Gods en hebben wij niets te vrezen, zoals Teresa van Avila het ooit zei: ‘niets zal ons deren, niets ons verwarren, wie aan U vasthoudt zal niets ontbreken: U bent ons genoeg’!
Naar boven

15e zondag door het jaar:
Jesaja 55, 10-11; Psalm 65; Mattheüs 13, 1-23

Een zaaier ging uit om te zaaien, en een deel viel op de weg, een ander deel op rotsgrond , en weer een ander deel tussen de distels en een deel viel op goede grond. Eerlijk gezegd , het is wel een kluns van een zaaier om het zaad overal neer te strooien. Blijkbaar gaat het niet om de zaaier maar om het zaad en in het bijzonder over de werking van het zaad. Iedereen die een tuin heeft weet dat er van alles moet gebeuren voordat het zaad ontkiemd en gaat groeien. Hij/ zij weet maar al te goed wat de gevaren zijn voor de groei en de vruchten van het gewas. Droogte, te veel regen, slakken en ander ongedierte, vogels die de zaden weg pikken. Een beheerder van een tuin leert met de ongemakken om te gaan. Hij sproeit op tijd of bij veel regen juist niet. Hij dekt de grond af, stut de planten, zorgt voor voeding. Het is ook wachten, groeien vraagt tijd. In Bijbelse termen; “Terwijl de boer slaapt gebeurt het”. Een liefhebber van de tuin vertelde mij eens dat je vooral ook moet kijken, genieten van de groei. Je moet er mee leven. Deze houding van zorg en betrokkenheid is ook van vitaal belang voor onze moeder aarde, voor het milieu. We kunnen er niet genoeg zorg om hebben.

Vanuit deze gedachte van zorg om de groei, om de werking van het zaad, wordt het ook duidelijk waarom Jezus tot zijn leerlingen zegt : Laat wie oren heeft goed luisteren. Jullie mogen de geheimen van het koninkrijk der hemelen kennen. Met andere woorden jullie hebben weet van God, van het geheim van Leven, en vandaaruit mag je leven, wie er geen weet van heeft kan er ook niet naar leven. Kortom het gaat om leven vanuit de schrift, luisteren naar het woord, leven met het Woord. Hoe neem je het in je op , hoe leef je vanuit het woord van God?

In de eerste lezing uit Jesaja gaat het ook over deze werking, Sneeuw en regen vallen neer op de aarde , ze maken de aarde vruchtbaar zodat er gezaaid en geoogst kan worden. Zo geldt dat ook voor het woord, het komt niet vruchteloos terug zonder eerst te doen wat ik wil. Het gaat ook hier over de werking. Zelf moet ik hierbij denken aan het begin van de Schrift, aan het boek Genesis. Het verhaal van de schepping. God sprak en er was scheiding tussen water en land, God sprak en er waren dieren en planten , God sprak en er was de mens. En God zag dat het goed was. Het woord werkt, het gebeurt, het schept. In het Hebreeuws staat hier Dabar, dat zowel woord als schepping betekent. Wie weet heeft van dit gebeuren, wie zich laat leiden door het Woord, het woord van het begin, Gods woord, die zal niet alleen oren en ogen openen, maar ook vrucht dragen.

De kunstenaar Paul Klee, bekend van zijn kleurrijke werk en van de vele engelen die hij getekend heeft zegt over zijn werk: Kunst geeft niet het 

 

16 juli 2023, Jos Oostrik

zichtbare weer, maar kunst maakt zichtbaar. Het is precies deze werking, deze scheppende kracht, waarover Jezus het ook heeft als hij spreekt over de gelijkenis van het zaad.
Zoals je leeft met je tuin , met moeder aarde, zo mag je ook leven met het woord van God, een houding van zorg en aandacht En ja er zijn valkuilen, en ja je moet waakzaam zijn, op je hoede. De gelijkenis van het zaad geeft ons er voorbeelden van ..

Een deel van het zaad valt op de weg, de platgetreden wegen, Het is de houding van ‘Het is altijd zo geweest’. Wat zou je je druk maken, het helpt toch geen ene moer, het is iets van vroeger, oude meuk, het kan niet wortelen en er is een grote mate van oppervlakkigheid. Wie zo leeft gaat aan wezenlijke dingen voorbij. Wat je ten diepste verlangt, waar het werkelijk omgaat in het leven komt niet aan bod
Een deel valt op de rotsen, een dun laagje vruchtbare grond met weinig diepgang. Het is de mens, de leerling van het woord die enthousiast is, maar er verder niets mee doet. Het is de mens die leeft bij de waan van de dag. Het blijft buitenkant, het wortelt niet en heeft geen contact met de bron.

Een deel valt tussen de distels, Hierbij kunnen we ook allerlei voorbeelden noemen. Zaken die onze blik vertroebelen, die ons afleiden. Denk Maar eens aan alle belangen die we hebben, onze positie, onze financiën, onze invloed. We moeten zo nodig en ik heb er recht op, Een houding van egoïsme, Het zijn voorbeelden waarbij we de werking van het zaad, het woord van God blokkeren.

Een deel valt op goede grond, en brengt goede vruchten voort, dat zijn de volgers, de leerlingen die het woord horen en begrijpen, zij dragen dan ook rijkelijk vrucht. Liefde en gerechtigheid. Of zoals de psalm het zegt: Genade en trouw ontmoeten elkaar recht en vrede omhelzen elkaar
Uiteindelijk gaat het om de werking van het zaad , dat woord van het begin, dat het vrucht draagt en graan biedt voor het brood van alle dag. Wat in ons gezaaid is mag tot wasdom komen, gehoor geven aan wat we hebben gehoord.

En er is nog iets wat de gelijkenis duidelijk maakt, dit betreft de opbrengst. Ieder die een tuin heeft weet dat de opbrengst kan verschillen, het ene jaar beter dan het andere. Jezus zegt ze dragen rijkelijk vrucht. deels honderdvoudig, deels zestig en deels dertigvoudig. De omvang van de opbrengst is volstrekt onbelangrijk. Belangrijk is dat wij zaad zijn en tot bloei komen . Dat wij in ons doen en laten zien dat we leven met en vanuit het woord van God. Moge het ons gegeven zijn en met de woorden van het slotlied zingen : God heeft het eerste woord en het laatste woord, hij staat aan het begin en komt aan het einde. Oorsprong en doel en zin.

Naar boven

16e zondag door het jaar:
Wijsheid 12, 14-18; Matteüs 13,24-35

De lezingen van deze zondag laten ons een wereld van verschil zien tussen onze manier van denken en reageren op wat er gebeurt om ons heen en de wijze waarop wij gewezen worden op Gods manier van kijken.
De reactie van de knechten op het verschijnen van het onkruid tus-sen het gezonde gewas is heel invoelbaar. Er zijn genoeg mensen die bij al wat er gebeurt in onze wereld zich afvragen waarom God niet ingrijpt. Waarom gaan de conflicten in onze wereld alsmaar door en escaleren zij van dag tot dag? Waarom komt God niet tus-senbeide om alle mensen die hongeren en op de vlucht zijn te hel-pen? Het is een herkenbare reactie van de knechten om het kwaad met wortel en tak uit te roeien. Ik herken eenzelfde ongeduld in alle demonstraties die er plaats vinden, maar tegelijkertijd vraag ik me af waar al die demonstranten dan vóór zijn en wat zij eraan doen!

In de gelijkenissen die Jezus ons vandaag vertelt over het koninkrijk van God gaat het integendeel over geduld en wachten: je moet het onkruid niet voortijdig uitroeien, maar wachten tot de tijd van de oogst! Wat betekent dat? Moet je je ogen sluiten voor al wat er aan onrecht in onze wereld bestaat en lijdzaam toezien tot alles weer goed komt of moeten wij zelf op een andere manier gaan kijken en handelen?

De lezing uit het boek Wijsheid kan ons daarbij helpen want zij leert ons te kijken met de ogen van God en hoe kijkt die? Er wordt gesp-roken over Gods kracht en dat is een andere dan die van totalitaire heersers en machthebbers die menen dat zij het laatste woord te zeggen hebben en de wereld inrichten naar hun bevinden en de kleinen en armen onderdrukken en eigen macht vergroten. Over de ware koning over de wereld wordt gezegd dat hij rechtvaardig is, dat hij recht doet aan mensen en daardoor

 

23 juli 2023, Henk Jongerius OP

ons eigenmachtige optreden beschaamt, en dat hij oordeelt met zachtheid en regeert met mildheid.

Dat is wel een heel andere houding dan die welke het onrecht met man en macht wil uitroeien. De manier waarop God kijkt is er een waarin liefde voor mensen – goeden en kwaden – de grondtoon is en misschien is dat voor ons wel heel moeilijk!

Er wordt niet gezegd dat het kwaad onbelangrijk is, maar dat je het op een heel andere manier zou moeten benaderen. Misschien helpt het beeld van een vader en moeder die hun kinderen groot brengen want echte opvoeders laten hun kinderen zelf tot de ontdekking komen wat goed en rechtvaardig is en wat kwaad en destructief is. Zij kunnen leren hoe het kwaad ook in hun eigen leven naar boven komt, maar hoe dat te overwinnen is door naar anderen te kijken niet met de oogopslag van overheersen en bezitten maar van ge-lijkwaardigheid.

Wij worden door de Heer van hemel en aarde uitgenodigd om zo naar anderen te kijken als wij ook zelf gezien willen worden en dat vraagt om geduldig wachten. Pas als wij elkaar kunnen gaan zien als mensen die van het leven goeds verwachten, kunnen wij het kwade dat wij tegenkomen met liefde en goedheid tegemoet treden en ‘vurige kolen te stapelen’ in plaats van uitroeien en vernietigen, en hebben wij iets begrepen van de blikrichting van God.

Het moge ons gegeven worden het kwade met geduldige goedheid tegemoet te treden, zodat het als sneeuw voor de zon gaat verdwij-nen. Zo straft het kwaad zichzelf en zal er ruimte komen om in ge-lijkheid en respect met elkaar te leven en worden wij medewerkers van Hem die zijn zon doet opgaan over goeden en kwaden opdat liefde het laatste woord krijgt onder ons.
Naar boven

17e zondag door het jaar:
1 Koningen 3,5,7-12 | Psalm 119 | Matteüs 13,44-46

Komt u even met mij mee naar een oude herinnering, die in me opkwam toen ik begon met nadenken over wat ik u vandaag zou willen zeggen. Het is een jaar of vijftien geleden. Ik had een opdracht uitgevoerd voor een schoolbestuur en werd plotseling ziek. Ik kreeg toen een boeket bloemen thuisgestuurd. Dat was niet gewoon een bosje bloemen, dat was een symfonie van onvoorspelbare kleuren waar ik dagen naar heb liggen kijken. Heb er foto’s van gemaakt die ik ook weer kwijt ben geraakt en die bij lange na niet lieten zien hoe bijzonder dat boeket was. Elke bloem was anders, geen twee waren hetzelfde. Ze verschilden allemaal in kleur en geur en grootte. Ze waren geschikt door een meester-bloembinder en het wonderlijke was dat ze in hun verscheidenheid een ongewone eenheid vormden. Een losse, vriendelijke eenheid, een manier van ‘passen bij elkaar’, die vreemd genoeg veel completer aanvoelde dan een bos die uit allemaal dezelfde bloemen zou hebben bestaan. Juist de verschillende soorten bloemen brachten een eenheid, een rijkdom die goed niet uit te leggen viel. Het was bijna spannend om naar te kijken.
Als u dat beeld even in u opneemt en zou willen onthouden, dan komen we daar straks weer bij terug.

We gaan nu kijken naar hoofdstuk 13 Matteus. Jezus vertelt in dit hoofdstuk verschillende verhalen. Op allerlei manieren probeert hij uit te leggen wat er toch bedoeld wordt met ‘het koninkrijk van de hemel’.
- Hij spreekt over zaad dat in goede grond moet vallen om te kunnen ontkiemen en wortel te schieten,
- over dat dat op rotsen niet lukt
- dat distels onkruid zijn en het zaad verdringen
- en dat zaad alleen in goede grond vrucht kan dragen.

De vergelijking van het mosterdzaadje komt ook uit dit hoofdstuk, evenals het voorbeeld waarin Jezus zegt: ‘Laat het onkruid samen met het graan opschieten en ik zal bij de oogst het kaf van het koren scheiden.’ Het zijn verhalen die we al vaak gehoord hebben. Maar de leerlingen, in die tijd, horen het allemaal voor het eerst en ze zeggen: ‘Leg het ons dan eens uit’.

En Jezus legt het uit, vlak voor het verhaal van vandaag:
De zaaier is de mensenzoon,
de akker is de wereld,
het goede zaad: dat zijn de mensen die van god houden,
het onkruid zijn de mensen van het kwaad,
de vijand die het onkruid zaait is de duivel,
de oogst staat voor de voltooiing van deze wereld,
de maaiers zijn de engelen
en aan het einde van de tijden zal duidelijk worden wie wie is.

En dan, na die samenvatting, komt het verhaal van vandaag. Jezus zegt: ‘Het is met dit hele verhaal als met een schat die verborgen ligt in een akker. Iemand vond hem bij toeval, verborg hem opnieuw, verkocht alles wat hij had en van de opbrengst kocht hij de akker.’

En dan komt er nog een laatste voorbeeld: ‘Iemand zocht een kostbare parel en vond die ook. Daarna verkocht hij alles, om die ene parel te kunnen kopen.’
Jezus lijkt te zeggen: het koninkrijk van de hemel, dat leven met God, is zo mooi, dat je er alles voor over zou moeten hebben om het te bemachtigen. Je zou zeggen: eenvoudig te begrijpen.

Maar als het makkelijk te begrijpen lijkt, moet je op gaan passen met de Bijbel. In de joodse traditie is zo’n vergelijking van een rabbi – en dat is Jezus natuurlijk – een voorbeeld, een spreuk en een raadsel tegelijk. Elk verhaal roept weer nieuwe vragen op.
Gaat het om de vissers, of om de vissen die ze vangen in hun net?
Gaat het om de koopman of de parel?
Gaat het nu om de schat in de grond, of om mens die de akker bewerkt?

 

30 juli 2023, Maria van Mierlo

Jezus wil ons aan het denken zetten. Er ligt een soort ruimte in deze verhalen heen, een openheid waarin ergens om een beslissing van ons gevraagd wordt. Een keuze. Als wij een rol zouden willen spelen in dit verhaal, mee zouden willen doen, een beslissing zouden willen nemen – waar liggen dan de mogelijkheden? Wie zijn wij, de schat in de akker, of de boer die de schat vindt?

Het lijkt erop dat de mens in deze verhalen de enige factor is waar beweging in zit. De schat ligt in de grond. De actie ligt bij de landman, de boer die de hem vindt en die de vondst ook veilig stelt.

Ik sprak mijn zoon de afgelopen week en we kregen het over dit evangelie. (...) Hij keek alsof hij het verhaal voor de eerste keer hoorde en zei: ‘Nou, lekker dan. Dus die man vindt een schat, begraaft hem weer, verkoopt vervolgens alles en koopt de hele akker. En dán? Mooi dat hij alles overheeft voor die schat, maar je zou hem evengoed een enorme egoïst kunnen noemen. Al die rijkdom een beetje voor zichzelf gaan zitten houden. Dat kan toch de bedoeling niet zijn?’

Met één argeloze reactie legde mijn zoon de diepste vraag bloot van dit evangelie, de vraag die de tekst zelf oproept: wat dóe je met die schat, als je hem vindt?

Ineens dringt zich hier het besef op: dat de rijkdom van de schat – ons leven in God – wonderschoon is, maar dat het geen zin heeft er op de grond naar te gaan zitten turen en het daarbij te laten. De rijkdom ervan kan alleen voelbaar en ervaarbaar worden als wij met die schat het leven ingaan. Daar is de wijsheid voor nodig waar we Salomo om horen vragen in de eerste lezing. ‘Heer laat mij zien wat goed is en wat niet.’

Soms kan het moeilijk lijken, of ongrijpbaar, dat ‘leven met God’. Misschien voelt het in het begin als iets wat heel klein is. Niet groter dan het kleinste zaadje. Bedenk dan dat wij in deze metafoor het zaad zijn dat in de aarde gelegd is als een schat. Het kleinste moment van inzicht in een mensenleven is zo belangrijk als het evangelie zelf. Er breekt iets open, het zaad dat wij zijn, barst: wij worden geraakt. Het ontkiemt: wij onthouden dat wij geraakt werden. Het schiet wortel: deze geraaktheid wordt ons nieuwe houvast, iets om steeds weer naar terug te keren, iets wat ons van voeding voorziet ook. En dan, uiteindelijk, groeit het nieuwe leven naar boven, onhoudbaar: onze daden en woorden gaan de handtekening dragen van de schat. Wij laten onszelf onbevreesd zien in dit nieuwe leven en dat is vrucht dragen: tonen hoe God je beweegt. Een bloem durven zijn.

En elk zaadje draagt alles in zich wat nodig is om uit te groeien. Ook in ieder van ons ligt alles verborgen van aanvang af aan. God heeft ons gezaaid als schatten in de akker die de wereld is. En als wij onszelf terug vinden, opdelven, onszelf opnieuw leren verstaan, dan vinden wij Hem. Met die schat in ons hart mogen we ons oprichten en bloem zijn. Ieder op eigen wijze, zodat we samen een boeket vormen vol onvoorspelbare kleuren, waarin niet één bloem gelijk is aan een andere en waarin juist onze verscheidenheid laat hoe groot de eenheid is die ons verbindt in God.

Misschien is het mooi om, als u straks naar huis loopt, eens uit te zien naar een bloem. Gewoon, ergens onderweg. Daarbij stil te staan, door uw knieën te gaan wellicht, als de knieën nog willen uiteraard. En dan de kleur te zien en de vorm van de bloemblaadjes, de geur te ruiken, te voelen hoe zacht het groene blad is. En dan te beseffen dat alles wat u ziet en ruikt en voelt, uit één zaadje komt. En als u dat al een onbegrijpelijk wonder vindt, neem dan het wonder van uw eigen bestaan, het wonder van de schat die u bent in Gods wereld, de rest van de dag met u mee. Amen

29 juli 2023, Maria van Mierlo

Maria is cisterciënzer leek en werkt als coach en retraitebegeleider. In Klooster Huissen begeleidt ze programma’s gebaseerd op benedictijnse/cisterciënzer spiritualiteit. www.kloosterhuissen.nl | www.hebhethart.nu

Gedaanteverandering van de Heer: Daniel 7,9-14; psalm 97; Mattheus 17,1-9

Allereerst de droom van Daniel. Wat we zo juist niet hoorden is het begin van de droom. Daniel verhaalt: Ik zag Grote angstwekkende dieren, vier stuks, een leeuw een beer en een panter en een beest met vele horens en dan komt er een oude wijze man. Alle verschrikkelijke dieren wordt de macht ontnomen en aansluitend verschijnt er iemand die er uit ziet als een mens, hem wordt de eer en de macht gegeven en zijn koningschap zal nooit ten gronde gaan. Daniel zegt in het vervolg over deze droom, Ik was in het diepst van mijn gemoed geraakt, door de visioenen die door mijn hoofd gingen. Waar gaat dit over? Het is een droom over de machthebbers van zijn tijd, heersers die berekenend en wreed hun macht uit oefenen, de een is nog erger dan de ander. Maar er is een andere macht, een wijze, iemand met een kleed zo wit als sneeuw en zijn hoofdhaar haar als zuiver wol ( is dit het beeld van God als de oude wijze God met baard?) en deze wijze laat een mens zien, komend uit de wolk, en hem werd eer en alle macht verleend. Een koning die op andere wijze regeert. Met andere woorden tegen alle verdrukking in ziet Daniel in zijn droom, er is een andere weg mogelijk, een goddelijke weg, een weg door een mens te begaan. Een bevrijdend inzicht, deze wereld omgekeerd. Een inzicht dat ontroert, Daniel is tot in het diepst van zijn gemoed geraakt.

Deze droom, dit visioen werpt ook een licht op het tweede verhaal dat we vandaag hoorden, Jezus die de berg opgaat. Ook dit verhaal staat niet los. Voorafgaand aan dit hoofdstuk vertelt Jezus zijn leerlingen dat hij naar Jeruzalem gaat en dat hij daar zal moeten lijden. Petrus roept onmiddellijk dat nooit. Enige tijd later, 6 dagen staat er in de lezing, gaat hij de berg op met diezelfde Petrus en nog twee leerlingen. En daar gebeurt iets bijzonders, Jezus straalt en Mozes en Elia vertegenwoordigers van Wet en Profeten staan naast Hem. En ook hier is het Petrus die het woord neemt en zegt: Laten we drie tenten bouwen, Hij wil als het ware een pas op de plaats maken, stil blijven staan bij dit visioen. Maar dan is er de wolk, de stem van God: Dit is mijn geliefde zoon, luister naar Hem. Sta niet stil maar ga je weg met hem. Ook hier zijn de leerlingen , net als Daniel onder de indruk en buigen, worden stil.

Wat beide verhalen gemeen hebben is dat het gaat over een heilig moment, een moment dat je als het ware boven jezelf uitgetild wordt. Wat maakt dit moment zo heilig? Voor mijn gevoel gaat het om de ommekeer. Daniel en de leerlingen worden op een ander been gezet, niet de tirannie, het geweld, niet lijden en dood hebben het laatste woord, maar een mens

 

6 augustus 2023, Jos Oostrik

wordt eer en macht gegeven. Het is de stem van de gerechtigheid, een stem uit de hemel, de adem van God. Wellicht hebt u ook van die ervaringen, dat je ineens bewust wordt van de kracht van leven, bijvoorbeeld bij de geboorte van een kind of bij de hulp van een naaste, of het afscheid van een geliefde of op grote schaal als oorlog wordt beëindigd of vluchtelingen een plaats krijgen in onze samenleving. Momenten dat het leven oplicht, een ervaring van ik mag er zijn.

Het verhaal van de gedaanteverandering is naast de beschrijving van een heilig moment ook een vooruitblik op het gebeuren dat later speelt, na de dood van Jezus aan het kruis is er de vreugde van de verrijzenis, hij is niet dood hij leeft. Opnieuw de ommekeer. Vandaag wordt ons een blik gegund in de toekomst. Een visioen. Het is een vorm van genade , een gunnende liefde die we mogen ervaren. Zoals ook mensen die in de verdrukking zitten, zich gedragen mogen weten door iemand die hen bij de hand neemt, die aandacht schenkt, en ruimte maakt. Er is een perspectief als je Wet en Profeten, Mozes en Elia serieus neemt. En waar dit inzicht ontbreekt is het duister. Met een bekende zin uit het boek Spreuken: Waar het visioen ontbreekt, verwilderd het volk( Spr. 29,18)

Wat betekent dit alles voor ons, voor jou en mij. Allereerst dat we de grootheid van Jezus kennen, dat wij in zijn voetspoor gaan. Ondanks alle dreigingen van ons bestaan, armoede, oorlog , geweld ziekte en verlatenheid , ondanks alle tegenslag en gevaar, toch het visioen open houden. , Dat we in navolging van Jezus weerlicht , nieuwlicht over de aarde brengen. Dat wij op onze beurt vuur zijn, recht doen en lief hebben. Met de woorden van het lied: Beeld en gelijkenis van Hem die leeft Jezus Messias zoon van God Leidsman en lotgenoot.

Vandaag op deze feestdag van de gedaanteverandering worden wij als het ware van uit de Wolk, van uit onze betrokkenheid met de Eeuwige ,aangespoord om ons in te zetten, voor recht en gerechtigheid, in het groot als het gaat om oorlog en geweld, maar ook in het leven van alle dag, voor je collega, je buur, je naaste. Moge het ons gegeven zijn op onze eigen wijze te laten zien dat het anders kan, rechtvaardiger, menselijker. Dat wij op onze beurt een bijdrage leven aan die alles doordringende wijze van liefde, een presentie van Gods licht of zoals in de psalmen klinkt: het is als de dauw die de aarde drenkt, zo is de levende aanwezig, dauw uit de hemel, wolk van God.

Naar boven