Skip to main content

10e zondag

09 juni 2024

Voorganger

Maria van Mierlo

Maria van Mierlo is cisterciënzer leek en werkt als coach en retraitebegeleider. Ze ontwikkelt en begeleidt programma’s gebaseerd op benedictijnse/cisterciënzer spiritualiteit, o.a. in Klooster Huissen.
Genesis 3,9-15 | 2Korintiërs 4,13-18. 5,1 | Psalm 130 | Marcus 3,20-35

Misschien kent u het gevoel, dat dingen soms precies gebeuren zoals ze moeten zijn. Of dat er ineens iets aan de hand is in je leven waarvan je denkt: 'Nou, dat is toevallig. Gisteren had ik het er nog over en nu, kijk eens.' Of dat je de goede mensen op precies het goede moment tegenkomt. En zo zijn voor mijn gevoel die lezingen van vandaag precies goed voor dit moment. En met 'dit moment' bedoel ik dan dit moment in de historie van Klooster Huissen. En met 'Klooster Huissen' bedoel ik de broeders die hier gewoond hebben en nog wonen. En de mensen daaromheen, u. De gelovige gemeenschap van Huissen, de kapelgemeenschap, de mensen die hier al dan niet met regelmaat naar de kerk gaan.
Het is al verschillende keren gemeld in OP Schrift. Pater Minke vertelde me dat hij het er met mensen ook over heeft. En in de wandengangen hier, als je wel eens in het klooster komt, binnen, gaat het er ook over: dat het hier ophoudt met de broeders. Henk Jongerius en Paul Minke hebben hier de laatste jaren met z'n tweeën, ik zou bijna zeggen: stand gehouden. Ze hebben hun kloosterleven geleefd, hoewel dat met z'n tweeën best moeilijk is. En Paul zegt nu, zeer terecht: 'In mijn eentje kan ik geen gemeenschap zijn.' Hij gaat verhuizen. Naar een plek waar wel andere dominicanen zijn, zodat hij weer in een gemeenschap kan leven. En dat is niet alleen zijn goed recht; dat is iets wat we hem ook gunnen. In dankbaarheid voor alles wat hij hier gedaan heeft en voor de weg die hij en zijn medebroeders ons bereid hebben.
Er wordt iets afgesloten – en dat betekent ook dat er een deur open gaat naar een nieuwe tijd. En dat is precies waar die lezingen van vandaag over gaan. In de eerste lezing, het verhaal uit Genesis dat u hier vandaag hoorde, gaat het over Adam en Eva, die het zelf beter willen weten. Mensen die denken: ik wil zelf beslissen, zelf kennen, zelf weten. Zij leven, zo zou je kunnen zeggen, niet in vertrouwen op God, maar nemen het heft in eigen hand. Daar wordt een mens niet per se gelukkig van. De tweede lezing, die hier vandaag niet is voorgelezen, citeert uit een brief van Paulus, waarin hij aan de Korintiërs schrijft over situaties waarin je van alles ontnomen wordt en waarbij je dan, anders dan Adam en Eva doen, wel kunt blijven vertrouwen. Letterlijk schrijft hij: 'Wij geven de moed niet op'. Ook al verdwijnt alles om ons heen, ons innerlijk leven vernieuwt zich van dag tot dag. Paulus heeft het in die brief aan de Korintiërs zelfs over de lichte kwelling van een ogenblik. Hij beseft dat dingen soms pijn doen. En het doet ons ook pijn, dat hier zoveel zoveel gaat veranderen. Maar die lichte kwelling bezorgt ons een alles overtreffend gevoel van 'er is meer dan dit'. Op dit soort momenten worden we gered door het besef dat er meer is dan je kunt zien. Dat er ook nog zoiets is als: wie wij zijn, en dát wij zijn. Dat wij deel zijn van een eeuwigdurende God. Er wordt een tent neergehaald in die brief, toe maar. Die staat in de klassieke uitleg voor ons lichaam, voor alles wat aards is aan ons, en die kan ook heel goed symbool staan voor de situatie hier in Huissen. Wat een geruststellend idee dat er al een nieuw gebouw voor ons klaar staat. Een huis van troost, dat we niet kunnen zien, maar dat leeft in ons hart.
Maar de volgende vraag is dan: wat nu? Wat als pater Minke straks echt ergens anders woont? Hij heeft gezegd: 'Ik wil hier voorlopig wel zo nu en dan de mis komen opdragen' en dat is heel fijn voor ons. Maar als dat dan ook ophoudt, wat dan? Dan komt het erop aan om te onderzoeken wat u hier bracht. Dan komt het aan op de vraag voor wie u hier kwam. Kwam u voor uzelf? Of kwam u voor de anderen, de mensen om u heen?
Je kunt op heel veel manieren naar de kerk gaan. Daar zijn zelfs ooit standpunten over geformuleerd. Zondagsplicht, dat woord bestaat. Je móest op zondag naar de kerk, je móest te communie en als dat niet lukte dan móest je biechten. Er zijn mensen die 's zondags naar de kerk gaan, stil achterin een bank schuiven en na afloop weer weggaan zonder iemand te hebben gesproken. Je kunt aan het bijwonen van de eucharistieviering zoveel ontlenen dat je daar genoeg aan hebt. Ik ken dat van mezelf ook. En er zijn jaren geweest dat ik na de Mis het liefst thuis koffie dronk met mijn gezin. Met iets lekkers erbij, omdat het zondag was. En daarna een glaasje port.
Maar als dat het enige is, dan is het verhaal toch nog niet compleet. Want dan wordt er alleen iets gehaald, zonder dat er een gemeenschap opgebouwd wordt. En dat is de bedoeling van de Eucharistie. Dat er gedeeld wordt. Dat er samenzijn is. Dat er gemeenschap ontstaat. Jezus ging ook niet in zijn eentje aan tafel, hij deelde met zijn vrienden. Dus de vraag is vandaag: bent u elkaars vriend geworden? En dan bedoel ik niet vrienden die bij elkaar op verjaardagen komen, maar Vrienden met een grote V. Vrienden in-de-Heer. Bent u een gemeenschap geworden hier, in al die jaren dat de dominicanen in uw midden waren? Kwam u alleen voor u
zelf, of ook voor uw broers en zussen, uw moeders en vaders hier om u heen? 'Dit is uw familie', zegt Jezus in het evangelie. Meer dan je bloedfamilie, zijn de mensen met wie je het geloof deelt familie. De grens van wat familie is, wordt in het evangelie van vandaag op radicale wijze geherdefinieerd. Zoals alles wat menselijk is, herijkt wordt in het licht van Gods aanwezigheid.
De toekomst zal leren wat de dominicanen hier in Huissen voor u betekend hebben en geweest zijn. Waren zij de lijm die alles en allen bijeen hield, of hebben zij in u een levende geest gewekt, die blijvend is? Ik wens u toe dat uw gemeenschap innerlijk één is. De kernzin van het evangelie van vandaag, die ook in het midden van de tekst staat, luidt: 'een gemeenschap die innerlijk verdeeld is houdt geen stand.' Draai dat om en u begrijpt: Alleen een gemeenschap die innerlijk één is, zal standhouden.
Wek het verlangen in uw hart om zo'n gemeenschap te zijn. Om de gemeenschap te zijn die we zo dadelijk bezingen: dat wij elkaar kennen zoals wij gekend zijn, in het besef dat er een nieuw leven zal beginnen. Dat wij elkaar liefhebben, niet langer in schaduwen leven, maar in het licht. Dat wij God willen zien als wij elkaar aankijken, op welk moment dan ook, en in het gelaat van de ander een flits zien van de liefde die ons beloofd is. Laten wij een gemeenschap zijn waarin niet meer wordt geluisterd naar stemmen van buiten, maar waarin de Heilige Geest geëerd wordt boven alles.
Dan zal het eigenlijke werk van de dominicanen voortleven. Op een nieuwe, eigentijdse manier. Luister naar Paulus: geef de moed niet op. Ook al verandert alles, de liefde van God zal u dragen naar een nieuwe tijd, die eeuwig is.