Kom naar ons toe verjaag de nacht. Laat komen hij die komen zal. Verlos ons , laat er vrede komen. Naar u mijn God blijf ik verlangen, gij zult mijn dorst naar leven stillen. Allemaal woorden die het verlangen naar licht, naar toekomst uitdrukken. Het zijn woorden, zinnen die horen bij deze tijd van Advent. Advent, (letterlijk betekent het komst), Advent is dit uitstaan naar de komst van het licht. Naar perspectief van leven. Dat dit perspectief soms duister kan zijn weten we maar al te goed. Wie om zich heen kijkt ziet een wereld die verscheurd is. Oorlogen ,uitbuiting, vluchtelingen, het klimaat, dit alles verdeelt de samenleving. En ongetwijfeld kent u in uw eigen leven ook allerlei momenten van onvrede en onzekerheid. Want waar maakt u zich zorgen om? Zijn het uw kinderen of kleinkinderen? Is het uw gezondheid, uw werk? Of zijn het zorgen om de buurt of de onderlinge verbanden. En wat zijn uw verlangens, waar kijkt u naar uit, wat geeft u hoop . Het evangelie roept ons vandaag op om waakzaam te zijn. Pas op je weet dag nog uur. Wees waakzaam. Deze oproep klonk de laatste weken vaker. Houdt u lampen brandend, met andere woorden zorg dat je voldoende olie, voldoende energie hebt. Maar hoe doe je dat? Kan advent zo’n periode van inkeer en bezinning zijn?
Misschien kan de eerste lezing van vandaag ons op weg helpen in ons uitzien naar dat licht. We horen de profeet Jesaja als het ware in zich zelf aan het beschouwen, aan het mijmeren, misschien kun je wel zeggen hij is aan het bidden. Ook hij is teleurgesteld en roept : Vader in de hemel, waarom zijt gij niet op aarde?
Het joodse volk is juist terug gekeerd uit de ballingschap. Het was een tijd van oorlog, van ontheemd zijn, ver weg van je naasten en je oergrond. Maar dan is er het moment dat ze terug mogen naar hun eigen land. En je zou verwachten dat men de schouders er onder gaat zetten. Opnieuw gaan beginnen en het land weer opbouwen, maar het blijft een kwakkelende gemeenschap. Jesaja gebruikt het beeld van verwelkte bladeren die verwaaid zijn op de wind. Een beeld van een volk, van mensen die hun basis hun stevigheid kwijt zijn. En Jesaja is vertolker van dit gevoel, eigenlijk zegt hij, jullie wachten maar af en doen zelf geen stap in de goede richting. En dan richt hij zich tot de Levende: Waarom zijt gij er niet, hier en nu in mensen van vrede. “ scheurde u maar de wolken open”. Het is een verzuchting van; Mijn God waar ben je , kom naar ons toe. Met andere woorden hij kijkt uit naar een goddelijk moment waar zichtbaar wordt waar het om gaat in het leven, hoe God met mensen om gaat. En dan gebruikt de profeet twee beelden, vader en boetseerder.
Jesaja spreekt over de vader, het is de enige plaats in het Oude testament waar God aan gesproken wordt als onze vader, u bent toch onze vader. Jezus zal dit later oppakken als hij zijn leerlingen leert bidden. Dit vaderschap wordt bij Jesaja ingevuld als de beschermer. Letterlijk staat er: Vader u bent toch onze beschermer. Hier mee wordt bedoeld , de losser, de Go’el. In de joodse traditie is dit de persoon, de familie, de naaste die het voor je opneemt, je losser. Hij/ zij is degene waar je altijd op terug kunt vallen, Die je helpt bij het verwerven van grond, die de zorg voor je geliefden op zich neemt als je er zelf niet meer bent, de verlosser. Jesaja ziet God als de Losser, de beschermer. Met andere woorden degene die zich altijd om jou bekommerd. Jouw toekomst veilig stelt. Het is een uitnodiging, nee een uitdaging aan ons om zo met elkaar om te gaan. Waar wij voor elkaar beschermers zijn, als vaders zorg dragen voor elkaar daar schijnt licht en is er toekomst.
Het andere beeld is de boetseerder, “Wij zijn de klei door u gevormd, werk van uw handen” Wat betekent dit als we opgeroepen worden om waakzaam te zijn, als we uitkijken, uitstaan naar leven? In het beeld van de boetseerder laten we ons kneden. We laten ons vormen in de handen van de Levende. Concreet betekent dit luisteren naar zijn woord, letterlijk naar de woorden uit de schrift, maar tegelijkertijd ook ons laten raken door wat er om ons heen gebeurt. Dat we ons inzetten voor een wereld waar iedereen welkom is , waar vrede en gerechtigheid mag groeien. Kortom waar liefde heerst. Je laten gezeggen, je laten kneden vraagt om een open houding . stilte, tijd om te overwegen, tijd om te luisteren. Het is de manier bij uitstek om uitdrukking te geven aan de verbondenheid met de Ene, het is de manier om licht, om toekomst van leven te creëren.
Twee beelden, vader en boetseerder, mogen ze met ons meegaan in de komende weken op weg naar het feest van de geboorte van het licht, mag het vlees en bloed worden in ons leven. Dat wij ons laten kneden door Gods woord en mensen worden naar Gods beeld, beschermers van leven . Moge het ons gegeven zijn met deze openheid, met deze scheppende kracht te leven en Laten we met Jesaja roepen: ‘Scheur toch de wolken en kom. O Emanuel kom’.