
Het zal u niet ontgaan zijn dat de paus deze dagen in België is. Gevolg van zo’n bezoek is dat er veel publiciteit is en dat er op allerlei manieren over kerk en geloof gesproken wordt, het is actueel. Wat is de rol van kerk , van geloofsgemeenschap? We zien een Paus die reist en luistert. Het is ook deze luisterende houding die de paus ertoe bracht om een Synodaal proces te starten. Een kerkgemeenschap die met elkaar in gesprek gaat en de komende maand komen in Rome weer allerlei mensen uit de hele wereld samen. Uitgangspunt voor dit proces is de vraag: Wat wil God voor onze kerk in deze tijd?. Wat heeft de H.Geest ons te vertellen? Het doel van dit proces ligt niet aan het eind, maar in het samen onderweg zijn en in het luisteren naar elkaar, naar het evangelie, naar de H.Geest. Over dit samen, dit luisteren, dit oog hebben voor elkaar, gaat het ook in de lezingen van vandaag.
‘We hebben iemand horen profeteren, we hebben iemand duivels zien uitdrijven in uw naam’. Maar ze zijn niet bevoegd. Dat kan niet, dat hoort niet. Op zich is het een goede zaak, profeteren , duivels uitdrijven, maar dan is er altijd weer iemand die zegt: het moet wel volgens de regels. De spanning tussen regelgeving en wat moet gebeuren kennen wij ook volop.
Het speelt op allerlei niveaus, in kerk, in de politiek. En hoe het kan ontsporen maakt de gaswinning in Groningen of de toeslagenaffaire wel duidelijk. Bij al deze ontsporingen en conflicten speelt op de achtergrond de aloude vraag, Wie is de baas? Regels, organisatie zijn geen doel op zich ze zijn voertuig , ze zijn hulp om recht te doen en dienstbaar te zijn. Het is een hele kunst om hierin een goede balans te vinden. Kan ons geloof onze verbondenheid met het Onnoembare, het geheim van leven ons daarbij van dienst zijn?
In het evangelie gaat het ook om de onderlinge discussie tussen de apostelen, wie is de grootste? Vorige week hoorden we dat we onbevangen mogen worden als kinderen en vandaag zegt Jezus heel simpel, ‘ wie niet tegen ons is, is voor ons’, en hij geeft een heel concreet voorbeeld, het geven van een beker water , hoe simpel kan het zijn. Geven wat nodig is, je bekommeren om de ander.
Er is nog een tweede tip die Jezus via Marcus ons geeft, die tip is meer aan ons persoonlijk gericht. ‘Wie een van die geringen, die in mij geloven van de goede weg afbrengt, zou beter af zijn als hij met een molensteen om zijn nek in zee gegooid werd’. Een vernietigend oordeel over ieder mens, die zijn medemens tekort doet en afhoudt van echt en waarachtig leven. Dit is geen pleidooi voor het opleggen en voorschrijven van wat een ander moet doen, maar ruimte maken zodat ieder zijn eigen weg kan gaan. En Jezus is zeer duidelijk, als je hand, je voet je verleidt, hak hem dan af. Hij gebruikt het beeld van de hand en de voet. De hand die pakt die wil vasthouden of wil breken, de voet die je verleidt om het verkeerde pad op te gaan , hak ze af. Het is een uitnodiging voor zelfreflectie, wat is mijn rol, wat kan ik doen, Hoe ga ik met mensen om? Het is een uitnodiging aan ieder van ons ons in te zetten voor een leefbare wereld, om mensen recht te doen.. Het is de naam van God waar maken, ‘Ik zal er zijn’. Doe Goed!. En wat goed is weten we over het algemeen wel. Misschien nog even terug naar onze eigen situatie.
Het is al weer een maand geleden dat we na afloop van de viering samenkwamen om te spreken over de voortgang van ons samenzijn, van de liturgie op zondagmorgen. Samen onderweg tastend en zoekend naar een weg die ons voedt en richting geeft in ons leven. Dankbaar ook voor wat het leven ons geeft. In deze zin zijn we te vergelijken met dat joodse volk onderweg waarover we hoorden in de eerste lezing en met de jonge kerk die haar plaats zoekt in de samenleving. De evangelist Marcus geeft ons vandaag enkele tips, aandachtspunten voor de gemeenschap en voor ieder van ons persoonlijk.
Als wij hier wekelijks samenkomen, dan ondersteunen we elkaar in ons bezinnen, ons stilstaan bij het leven. Hoe geef ik dat vorm, wat is mijn inzet? Zo hebben we elkaar nodig , niet om de baas te spelen of de wet voor te schrijven, maar om elkaar van dienst te zijn. We hebben elkaar nodig. Gemeenschap vieren met elkaar, brood delen als voedsel voor onderweg op onze tocht door het leven. En elkaar toe zingen: Vandaag doet de hand en morgen de voet wat goed is, maar geen in dit land is koning voor goed geen is er God niemand. Moge het o zijn