Skip to main content

4e zondag

28 januari 2024

Voorganger

Henk Jongerius OP

Deuteronomium 18,15-20; Marcus, 1,21-28

Wanneer de Bijbel ons vertellen wil hoe de Ene zich aan mensen openbaart, maakt zij gebruik van beelden, want het ondoorgrondelijk geheim van God blijft voor mensen verborgen. Vandaag worden wij door Mozes herinnerd aan het verschijnen van God op de berg Horeb en hoe dat ging gepaard met groot geweld en uitbarsting van vuur. Zo was het ook gegaan met de allereerste ervaring die Mozes had van god: dat gebeurde in een doornstruik die in brand stond maar de struik niet verteerde. Ook later in het verhaal horen wij hoe Mozes zijn gezicht moest bedekken omdat zijn hele gezicht nog brandde van de ontmoeting op de berg en voor zijn volk niet te verdragen was.

De Ene die zich tot mensen wendt wordt zo enerzijds geschilderd als een werkelijkheid die afstand en huiver oproept, maar evenzeer in de ervaring van de grote stilte, zoals wij kunnen horen bij de profeet Elia. Hoe troostend kan het dan zijn om te horen dat die ongrijpbare werkelijkheid in woorden van mensen tot ons zal komen, zoals wij hoorden in de eerste lezing:’uit uw eigen broeders zal de Ene een profeet doen opstaan zoals ik dat ben en naar wie jullie moeten luisteren’. 

Profeten zijn mensen die ons het zich toewenden van God tot ons blijvend in herinnering brengen. Daarom horen wij hen telkens weer dat eerste woord van het ochtendgebed van de Joden in herinnering brengen: ‘Hoor, Israël’. 

Wanneer Jezus in de synagoge van Kafarnaum komt en onderricht geeft, herkennen de mensen in hem die profeet, wiens woorden een heel ander gezag uitstralen dan wat zij van de Wetgeleerden gewend zijn. Zij zijn enthousiast en mogen beseffen hoe God zich tot mensen blijft richten. Hij is anders, spreekt niet om zichzelf groot te maken maar geeft de roepende stem van de Eeuwige klank die mensen roept om te leven voor zijn aangezicht. Dat vraagt om een ommekeer en de man in de synagoge die bezeten is van een kwade geest beseft dat heel goed. Deze profeet roept ons op tot een ander leven! Wie met hem te maken krijgt, is niet langer een mens van de letter maar van de geest van de Bijbel, geen mens die precies weet wat anderen moeten doen, maar iemand die oproept om te leven in de waarachtige vrijheid van Gods kinderen. Wie dicht bij God wil leven, zal een mens zijn die anderen nabij is en zo de Naam van de Ene ‘Ik zal er zijn’ in woord en daad waarmaakt. Dat staat haaks op een uitspraak van een journalist die ik gisteren las. Hij zegt: ‘Hoe dichter mensen bij God willen komen, hoe eerder ze elkaar dood-schieten’. 

Die God is een afgod, een kwelgeest en dictator die eisen stelt en mensen van elkaar vervreemdt. Wij horen en zien het elke dag op het journaal hoe een zogenaamd geloof in God tot bruut geweld, terreur en doodslag voert. Dat is niet de God van Mozes en Jezus want van Hem staat geschreven dat hij gebroken harten heelt, de vernederden verheft en bloedende wonden verbindt. 

Laten wij hopen dat de kwade geest in ons uitgedreven wordt en wij mensen worden die waarachtig horen en doen wat wij horen. Laten wij hopen dat kwade geesten die ook in onze kerken opduiken tot zwijgen worden gebracht en alle angst weggejaagd wordt door de stem door merg en been die ons oproept uit het graf. Wij zullen nieuw geboren worden en de stem horen van de Eeuwige die ons roept om waarachtige mensen te worden die zonder angst en vrees leven met elkaar in niet aflatende goedheid en trouw. Zo wordt de chaos uit ons leven verdreven en wordt de aarde ‘mensenland’. Zo moge het zijn.