Wanneer mensen zich in een gezelschap zich aan elkaar voorstellen, vertellen zij heer vaak wat zij doen, wat hun werk is, en op die manier krijgen de anderen een indruk van wie die man of rouw is, wat hen bezíelt en wie zij zijn.
Ook Marcus doet hetzelfde aan het begin van zijn evangelie, nadat hij eerst heeft gezegd dat Jezus in eigen persoon ,evangelie, is, blijde boodschap en wat dat betekent wordt ons duidelijk gemaakt in wat hij doet: hij handelt en spreekt vanuit de Geest van God, hij predikt in de synagoge en geneest mensen. Dat genezen betekent dat hij anderen weghaalt uit het isolement waarin zij verzeild zijn geraakt en hen weer in de gemeenschap raat teugkeren. Hij bevrijdt hen van kwade geest_ ten en maakt hen weer heer. typerend is dat hij de schoonmoeder van Petrus geneest van ziekte zodat zij weer kan opstaan om voor anderen te zorgen.
De blijde boodschap is dat wij geroepen worden om weer echt mensen te worden naar Gods bedoering, mensen in verbinding met anderen want wij zijn niet geroepen om alleen te zijn maar samen met anderen te groeien naar hoe wij bedoeld zijn: tot beerd en gelijkenis van God. vandaag zijn wij gekomen bij het slot van dat eerste hoofdstuk waarin Jezus aan ons wordt voorgesteld en worden wij geconfronteerd met een melaatse, bij uitstek iemand die uit de gemeenschap wordt buitengesloten. Hij moet de mensen waarschuwen voor zijn aanwezigheid zodat zij niet in eenzelfde isolement terechtkomen.
In deze ontmoeting vallen een paar dingen op: hij knielt voor Jezus neer en op diens vraag naar wat hij wil antwoordt hij dat hij genezen en weer rein mag worden, hetgeen betekent dat hij weer deel mag nemen aan de eredienst en dus weer deelgenoot mag zijn van de gemeenschap die zijn plaats kent tegenover God.
Om dat te verkondigen is Jezus gekomen en daarom doet hij twee dingen: op de eerste plaats raakt híj hem aan en vervolgens zegt hij 'ik wil het wordt rein'. Jezus wordt solidair met deze verstotene, deze mens zonder naam die hier eigenlijk staat voor het volk van Israël dat los is geraakt van zijn verbondenheid met God en zegt tot hem - in Gods naam -'ik wil het, wordt rein'. In levende lijve is Jezus de hand van God die de mens weer aanraakt en hem in ere herstelt.
Maar er is meer te zeggen over wat hier werkelijk gebeurt. Door die aanraking van Jezus en zijn solidariteit met hem wordt hij zelf tot een melaatse die, zoals wij horen, zich niet meer openlijk kon vertonen zodat hij op eenzame plaatsen moest verblijven.
Zo stelt Marcus ons Jezus voor aan het begin van zijn evangelie als de mens die volstrekt solidair wilde worden met mensen en ons zo openbaart wat uiteindelijk God doet: Hij raakt ons aan en vraagt ons wat wij willen. Wat is ons antwoord aan hem? Dat wij rein willen worden? Dan zullen wij op zijn weg moeten gaan voor mensen die naamloos, kwetsbaar en weerloos door het leven gaan, voor allen die hopend en wankel gelovend wachten op hem die ons allen uit het duister weer herstelt in luister. Zo zullen wij zijn naam dragen en doen als Hij: zo goed als God zijn voor elkaar! Dat moge ons gegeven worden en tot vreugde en vrede strekken, alle dagen van ons leven.