Vandaag is het wezen-zondag; zo genoemd naar het feit dat deze zondag bevindt tussen Hemelvaart en Pinksteren; ons zicht op Hem is ontnomen en er is geen getuigende aanwezigheid van de Heilige Geest. Tegelijkertijd is deze wezen-zondag ook in onze rouwperiode om het verlies van Henk Jongerius. Ik heb me verwondert over het feit dat ná mijn eerste kennismaking met deze gemeenschap, 40 uur later Henk is overleden. Ik vraag me af welke omvorming ik mag mee maken door met u op te trekken.
Sorry, het is waar dat ik mee eerst dien voor te stellen. Laten we dat maar zenuwen noemen. Het is niet enkel voor de eerste keer, maar ook dat ik de overweging van te voren geschreven moet inleveren. Er gaat toch geen achteraf discussies ontstaan over de plaatsing van komma’s. De angst uit de jaren zeventig kwam weer boven toen cassetterecorders bij de luidspeaker het materiaal boden om naar Rome op te sturen: “Kijk hoe stout Holland is!” Dit hield me lange tijd weg van de kerk: ‘Daar is het onveilig’. En ik ben gewend om met enkele steekwoorden te spreken; want een overweging is om naar te luisteren, én uw eigen gedachten te laten. Goed, mijn gewoontes mogen veranderen. Mijn vader heet Wegman, daarom mijn 4 broers en ik ook. Mijn moeder had een heeroom met de kloosternaam Macarius, en zo werd mijn roepnaam Macair. Denk maar aan MacDonald maar dan Air, dus lucht. U ruikt het al ik ben het katholieke bewijs van de Calvinistische predestinatieleer. Het was een oneerlijke voorsprong die moedersfamilie met de kapucijnen had tegenover de vertrouwdheid van mijn vadersfamilie met de dominicanen. Dat is geschiedenis. Nu zitten we met 21e eeuw geloofsuitdagingen. Laat ons dan beginnen wat vandaag voor onze voeten ligt:
Het evangelie volgens Johannes. Mijn openingsvraag na het lezen was :”Wie schrijft hier uit naam van wie?” Is Johannus hier de nauwkeurige notulist die opschrijft wat Jezus heeft gezegd, Is Johannes de verslaggever die ons op de hoogte brengt van de strekking van Jezus’ monoloog, of is het de Johannes die na 60 jaar opschrijft welke boodschap van Jezus verstaan en geleefd mag worden; wat hij doorheen zijn leven heeft beproeft. Dus als je naar deze woorden luistert, wie en wat hoor je dan: “Dit zeg ik” zegt Jezus’ of “Dit versta ik”, zegt de schrijver’ of “Dit leef ik”, zegt de getuige.
En de volgende vraag : Welke communicatie wordt hier gevoerd, want dat bepaalt waar ik dan het gewicht leg. Stel dat het woorden van Jezus zelf zijn die hier worden geciteerd: “Dat zij één mogen zijn”.; is dat Zijn opdracht (ook nu 2 maal 40 generaties later), of is dat Zijn Droom (die hij als nakomeling van David, Mozes en Abraham bij zich draagt) of is het de mystieke ervaring die Hij ons aanbeveelt. En nogmaals; hoeveel anders klinkt dit uit de woorden van Jezus of als getuigenis van Johannes. . En ik kan deze communicatie hutspot compleet maken met de vraag hoe we dit dan hebben te verstaan in verhouding tot de eerste lezing. We hebben hier geluisterd naar de Handelingen waar Petrus zorg droeg dat de groep apostelen een afspiegeling blijft van de 12 stammen van Israël, en daarmee David’ glorievolle Koninkrijk. Maar de liturgiegroep had ook mogen kiezen voor een gedeelte uit de brief van Johannes, waar we lezen : “het bewijs dat wij in Hem (God) verblijven” dat is dat God niet ver weg is, maar Hij is de Nabije. En met de keuze voor de brief van Johannes kunnen we doen alsof de schrijver van het evangelie, en van de brieven en van de toekomstdromen in openbaringen ook geschreven zijn door die ene persoon Johannes. Alle drie is een getuigenis van hem die Hem bijzonder lief had. En toch kunnen dat drie verschillende personen zijn (Jan, Johan en Hans).
Voor ons verstaan (vandaag,) zet ik één spotlight op de tekst. De tekst die ons is aangereikt is gesitueerd binnen het gebed van Jezus Christus. Laat ons naar de woorden kijken zoals we dat zouden doen wanneer we zijn uitgenodigd om mee te bidden. Hij bidt dat de verbondenheid/ de resonanties/ de paralellen er mogen zijn, voor alle volgelingen van de Naam; zoals hij die ook heeft beleeft met Hem die hij als Abba, Vader aanspreekt. Ik lees dit gebed dus als een mystieke tekst, waarbij ik haspel met de woorden verbonden, resonantie en/of parallel. Het is meer dan een verbindingslijntje, het is een dergelijke persoonlijke liefdesverhouding waar het Leven zich op synchroniseert, terwijl het toch onderscheidend blijft. Het beweegt mee, zonder dat je het na-aperij kunt noemen
Ik ben gefascineerd door dit aspect van ons geloof; waar mag/kan ik God proeven. Niet om als een eeuwige hemelvaart in de wolken te blijven hangen. Maar om juist waar nodig een tegengeluid te zijn in deze wereld. Niet door de wereld in beslag genomen, niet van de wereld bezit geworden in kleinmenselijke pijnen en angsten. Maar telkens weer optrekkend met andere mensen in deze schepping mogen zijn; samen op weg zijn. Mannen en vrouwen van de Weg zijn. En daar laten zien dat Jouw Liefde, Abba, weer gestalte krijgt voor mijn medemens in compassie (medeleven) alsook in de leefstijl van deze groep, in een solidariteitspraktijk.
Bij mij geen dogmatische analyse, dat zware denkwerk laat ik -als kapucijntje- maar aan anderen. Wat dat betreft wordt mijn denken veeleer bepaalt door de vooronderstelling dat ons verstaan van God inherent is aan ons verstaan van onszelf. Toen ik een kind was, dacht ik als een kind en geloofde ik die alles- kunnende God. En als student was er een logische en dynamische wereld waar God steeds energie gaf (meer dan klokkenmaker), en nu voel ik me uitgedaagd om - in de schreeuwende bubbeltjes wereld - de waarachtige mens -waar ook op deze globe- gelijk Hem, eer te geven.
Als sociale academiestudent was ik meer naar het individu georiënteerd dan naar die maatschappij (en zeker niet de structuren). Dus geloof blijft bij mij eerder persoonlijk gericht (wat dus een kritische noot verdient in deze liberale wereld). In mijn vormingswerkzaamheden laat ik het appel klinken; om God gekoppeld te laten zijn aan jouw bestaanservaringen; dat piekmoment die als een bevestiging van jouw leven zich hebben aangediend, dat het de zelfde momenten zijn die een aanzet zijn tot jezelf te geven. In die persoonlijke groei is het de aanbeveling van Christus om zo ook als mens, als kind-van-God, te groeien.; om in Zijn liefde te zijn.
Daar waar de liefde voor je bestaan wordt wakker geroepen, daar wordt de christelijke actie geboren; en wel in de gunfactor naar anderen. Dat de vreugde die wij mogen beleven en de waarheid waarin wij worden geleid, dat dit ook anderen is toevertrouwd. Laat deze goede woorden resulteren in goede daden. De intentie alleen is niet voldoende, het vraagt ook vormgeving, onze acties van verbondenheid vragen dat zij zichtbaar zijn, en dus meetbaar, zonder ze op het hakblok van de normering te leggen. De intentie van liefde is niet de ander te reduceren tot een object van Barmhartigheid, het is een waagstuk van jezelf binnen brengen en ook zelf die weg van omvorming te gaan.
Er is een groep waar ik nooit preek maar op dat ‘preek’-moment is er een groepsuitwisseling. Zo is de communicatie binnen die groep gegroeid. Ik besef dat we naar elkaar moeten toegroeien om elkaar te verstaan. En hoe mag ik spreken tot jou, dat hoeft toch niet vermanend of toch wel appellerend?, dat moet toch geloofs-verdiepend zijn of juist levens-verbredend. Dit heeft allemaal zijn waarde. Uiteindelijk mag er klinken hoe kostbaar ieder mens is; wij zijn elkaar Gods fortuin. Dank u wel , dat ik hier mag zijn!
Bij mijn eerste bezoek was gezegd dat het vandaag ook Moederdag is. Ik weet niet of dit een waarschuwing was, die ik nu te laat inlos. Of was het een zelfopenbaring over hoe haar bestaan met moeder worden een nieuwe wending had gekregen. En in die zelfde ingewikkelde communicatie waren mijn oren wakker genoeg om naast de feitelijke mededeling ook de vrouwelijke fierheid te horen. Dit beseffend kan ik weer overspoeld raken door zenuwachtigheid.
De ontwikkelingen in de kerk gaan verder. Nu is er dat synodale proces; en wat gaat het ons en mij geven? In ieder geval de uitdaging om het klerikalisme verder weg te nemen, zoals mijn vader mij opriep in het verlengde van zijn jaren kerkganger-zijn op deze plek.
Het is meer dan 40 jaar geleden dat ik een bezinningsweek onder leiding van Henk Jongerius mee maakte. Het beeld zoals ik onder die boom zat, blijkt in mijn tekeningen mijn toekomst-droombeeld te zijn. Mijn geloofsideaal in eenheid te zijn met Gods Liefde. De liefde roept steeds op tot een omvormingsproces; dat we elkaar die geloofsweg gunnen.