Skip to main content

Kerstmorgen

25 december 2023

Voorganger

Henk Jongerius OP

Jesaja 52, 7-10, Johannes 1,1-18

Het zijn misschien wel de meest geheimvolle woorden die wij kennen vanaf het begin van de Bijbel: ’in den beginne was het woord’. In de Naardense Bijbelvertaling wordt er gesproken over ‘een spreken’ en dat opent ons misschien meer voor het geheim wat hier onder woor- den wordt gebracht.

Er wordt wel eens gezegd dat iets pas bestaat en van kracht is als het onder woorden wordt gebracht, want dan is het niet meer alleen iets wat verborgen is, in ons of buiten ons, maar wordt het in zekere zin tastbaar. Wanneer mensen verliefd zijn op elkaar, duurt het een poos voordat die innerlijke beweging naar die ander toe uitgesproken wordt. Wij zeggen dan ook wel dat ‘het hoge woord’ eruit is. Dan kun je er niet meer omheen maar bestaat het echt en is het een werke- lijkheid tussen mensen geworden.

Zo is het ook met het geheim dat God voor ons allen is. Het sluimert misschien diep in ons maar er komt een moment dat het openbaar wordt. In de woorden van het evangelie van vanmorgen heet het dat er licht schijnt in de duisternis. Pas in het licht kunnen wij zien wat er bestaat en zo mogen wij zeggen dat het door het geheim dat God is voor ons mogelijk is om te zien, zoals het ook in een psalm prachtig gezegd wordt: ‘Gij zijt de Bron van alle leven, in uw licht zien wij licht’.

Het zijn mensen zoals Johannes de Voorloper die getuigen van dat licht. Het zijn mensen die ons woorden in de mond leggen om dat spreken, dat komen van God naar ons toe, aan te duiden. Het geheim dat God is komt dus sprekender wijze tot ons. In mensen gaat die werkelijkheid voor ons open en bestaat het voor ons.

Vandaag vieren wij hoe in een mens van vlees en bloed die naam, dat hoge woord uitgesproken wordt en de aanwezigheid van God onder woorden wordt gebracht. Het is in een mens, onder ons geboren, dat die Naam als een licht opgaat in de duisternis, in de nacht van onze wereld, zodat wij zien hoe wij moeten gaan en staan, hoe wij moeten leven. Mensen die op dat woord, op die naam, op die mens vertrouwen worden dan ook ‘kinderen van het licht’ genoemd.

Dat alles is een gave, een genade, die ons om niet gegeven wordt: dat er een woord is voor wat er diep in ons schuilgaat, een stem die ons roept om waarachtige mensen te worden. Het is een zegen als je mag vertrouwen op de woorden van het kind dat als een licht in de nacht geboren is en ons vertrouwd maakt met die Naam. Het blijft een groot Geheim maar wij kunnen erover zingen hoe wij van meet af geroepen worden door die Stem, door dat licht waarin wij elkaar als broeders en zusters begroeten en voor anderen een licht worden.

In het begin was er een spreken,
licht dat voor ons aan wil breken,
ruimte voor de mensen schept
en een antwoord in ons wekt.

In het begin was het te horen
als een stilte zonder woorden
die aan onze deuren klopt,
ons een wederwoord ontlokt.

In een kind gaat het beginnen,
licht zal chaos overwinnen,
roept ons tot verwondering
in een lied vol huivering.

In een kind dat wordt geboren
wil de Ene bij ons horen,
toont Hij ons zijn aangezicht,
wonen mensen in zijn licht.

Dat het zo moge zijn: zalig kerstfeest!